Het bankje bij de grootste steen van 't Woold. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het bankje bij de grootste steen van 't Woold. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Vanaf een bankje

Algemeen Columns

Vanaf een bankje

Bij een grote steen

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – Vijftig jaar geleden zou ik nog gezegd hebben dat het bankje bij de grote steen staat. Grote stenen worden echter kleiner. Niet omdat het weer voor enige slijtage zorgt, maar omdat er grotere stenen zijn gevonden. De grootste staat nu bij het oude raadhuis. Een tijdlang was die de grootste van Nederland, maar dat is ook al niet meer zo. Bij veel van die grote stenen staan wel bankjes. Blijkbaar heeft zo'n zwerfsteen die door het ijs vanuit Scandinavië naar Winterswijk is gebracht toch enige bewondering nodig.

De grote steen van 't Woold mag je deze steen wel noemen. Die staat op het kruispunt van Holdersweg, Langediek en Wooldseweg. Het bankje staat opgesteld in een smalle berm. De benen languit strekken is hier niet zo handig. Er komen redelijk veel auto's voorbij, die zomaar over je tenen kunnen rijden. Het uitzicht op de steen is niet optimaal, want een groot bord met een plattegrond staat er prominent voor. Had dat bord niet in de berm naast het bankje geplaatst kunnen worden? Om de steen goed te bekijken moet je er nu om heen lopen, maar dat is sowieso wel handig als je de opschriften op de sokkel wilt lezen. Deze grote steen is in 1915 geplaatst ter herinnering aan de verharding van de weg van 't Woold naar de Duitse grens. De kei woog 12010 kilogram en werd gevonden bij 't Lammers en werd geschonken door D.W. te Gronde. Er staat ook nog een mooie afbeelding op van een oude versie van het gemeentewapen.

Schuin rechts van de steen ligt de boerderij Ruitenburg. De steen en Ruitenburg kwamen in de jaren tachtig voor in een van de programma's van Kees van Kooten en Wim de Bie, die ik toen graag bekeek. Opeens zag ik op een zondagavond Wim de Bie vakantieherinneringen ophalen. In zijn jeugd had hij de vakantie doorgebracht op de Ruitenburg. Ook Gerrit Komrij heeft over de steen verteld. Omdat hij in Winterswijk is geboren, is dat minder verrassend. De steen duikt op in zijn laatste roman "De loopjongen". Bij die steen had hoofdpersoon Arend afgesproken met Erik, de klasgenoot op wie hij heimelijk verliefd was. Een citaat:

"De Dikke Steen lag net buiten het dorp. De laatste les was om twaalf uur ten einde, want de woensdagmiddag was op school de vrije middag. Arend was de klas uit gerend, met een gezicht of hij volstrekt niet rende, en daarna had hij al zijn enthousiasme en energie botgevierd op de pedalen. Hij wist zeker dat hij als eerste de Dikke Steen had bereikt. Hij had zijn fiets in de droge bedding van de beek verborgen – gele en witte bloemblaadjes staken door de spaken – en was achter de kei zelf gaan staan, de grote kei die door iedereen in het dorp de Dikke Steen werd genoemd. De steen stond op een bakstenen vierkante sokkel en vormde een geliefd markeringspunt voor fietsers en wandelaars. Dat hij daar stond had iets met Napoleon of met de prehistorie te maken, precies herinnerde Arend het zich niet meer, maar er was een zitbank bij geplaatst en verderop bevond zich ook een café, een boerencafé met een biljart waar het naar uitsmijters rook en naar jenever."

Van een café of beek in de nabijheid van deze grote steen is mij niets bekend. Maar een schrijver mag zijn fantasie gebruiken. Misschien dat er in het gebouw aan de andere kant van de weg ooit een café heeft gezeten. Ik herinner me nog wel een winkel, waar ik na een lange fietstocht vanuit de Eifel naar Winterswijk een verfrissende bitter lemon kocht. Het drankje smaakte goed, maar ik had er beter niet kunnen stoppen. De laatste kilometers daarna naar huis kosten meer moeite dan de ruim 200 kilometer daarvoor.

Is de voormalige winkel tegenover bij de grote steen een café geweest? Foto: Bernhard Harfsterkamp
Een grote steen. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant