Afbeelding

Randbericht | De laatste bus

Algemeen

Er is een tijd geweest dat niet elk huishouden een auto had. In deze tijd waarin één auto per gezin al gauw als te weinig wordt beschouwd, kunnen vooral jongere mensen zich dat niet voorstellen. "Hoe gingen jullie dan op familiebezoek", vroeg een neefje laatst. "Nou, met de bus", zei ik. De jongeman keek me aan alsof ik niet goed bij mijn hoofd was. "Op mooie dagen gingen we zelfs met de fiets naar Dinxperlo", voegde ik nog toe, maar het neefje was al weggevlucht. Zoveel onzin op één dag was teveel voor hem.

Ik moet toegeven dat het lang geleden is. Ik fietste nog niet zelf, maar zat bij mijn vader achterop. Aan het stuur hing nog een zitje, waarin mijn ene zus zat. Mijn andere zus zat bij moeder op de fiets. Zodra mijn vader zijn eerste auto had is die 25 kilometer naar mijn opoe en opa overigens alleen nog gemotoriseerd afgelegd. Toen we nog te klein waren om op de fiets plaats te nemen, gebeurde dat ook al. In de jaren 60 was er een geweldige rechtstreekse busverbinding met Dinxperlo. Je was wel even onderweg, maar vanuit de bus van Veldhuis genoot je ook nog van het mooie landschap.

De buschauffeur moest wel even geduld hebben als de familie Harfsterkamp wilde instappen, want er ging een wandelwagen en een kinderwagen mee. Of het door deze eerste buservaringen kwam weet ik niet zeker, maar ik heb lang graag in bussen gezeten. Ik denk dat de ommekeer is gekomen op het moment dat mijn lichaam te veel was uitgedijd en ik niet meer lekker op de krappe zitplaats zat. In mijn jeugd kon je nog overal naar toe met de bus. Ik ging toen ik in literatuur geïnteresseerd was geraakt graag even naar Bocholt om een pocket van Hermann Hesse of Thomas Mann bij de boekhandel aldaar te kopen. Of een nieuwe lp bij de Plattenküche. Buslijn, boekwinkel en platenzaak zijn er allemaal niet meer.

Aan de buslijn naar Enschede heb ik ook goede herinneringen. Een tijdlang maakte ik er veel gebruik van toen ik de natuur bij Haaksbergen en Enschede inventariseerde. 's Morgens werd ik vaak afgezet door mijn vader, die als vertegenwoordiger van UNOX zijn routes zodanig kon indelen, dat hij altijd wel een supermarkt moest bezoeken ergens in Twente. 's Middags na een lange dag planten noteren zocht ik een van de vele haltes op. De bus kwam altijd. Zelden hoefde ik lang te wachten.

Van al die buslijnen is niet veel meer over. Die naar Groenlo leek ook nog binnenkort te verdwijnen, maar volgens de wethouder was dat gebaseerd op verkeerde informatie. Misschien had hij die iets eerder kunnen weerspreken. Toch durf ik te voorspellen dat er een moment komt, waarop een klein groepje belangstellenden in de laatste bus stapt en diep ontroerd nog één keer dat ritje maakt, dat zo vaak is gemaakt. Ik zal er zeker bij zijn, want ik houd wel van een beetje melancholie. Of ben ik te pessimistisch? Ik vrees van niet, al is er denk ik één goede methode om het langer uit te stellen: de helft van alle auto's in Winterswijk in de verkoop doen of naar de sloop brengen.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant