Afbeelding

Openbaringen, tijdingen

Onlandse tijdingen

Het was een stille vrijdagochtend in het Volkshuis aan de Houtmarkt.
Ik nam bij binnenkomst een krant van de leestafel en koos een tafeltje langs de lange wand.
Uit mijn ooghoek zag een man het tafeltje naast me innemen en toen ik opkeek zag ik dat het oude schoolvriend van me was.
We waren beiden verrast; na onze middelbare schooltijd hadden we elkaar sporadisch gezien en het toeval wilde dat hij niet lang geleden in Zutphen was komen wonen.
Hij wist meer van mij dan ik van hem, omdat hij de rubriek las die ik jarenlang schreef voor het dagblad Trouw en ook las hij de Onlandse Tijdingen.
De laatste keer dat we elkaar troffen was in het Genietcafé geweest, aan de Bornhof, maar dat was alweer geruime tijd gesloten.
Ik was ouder geworden, zei hij nu, ouder in mijn gezicht.
En informeerde of mijn lijf, net als het zijne, wat stijver was geworden.
Ik zei ja. Of ik aan sport deed (hij wel).
Ik zei nee. Ik wandel wat.
Dus je leeft erg vanuit je hoofd, zei hij. Ik zei ja.
De korte ronde ‘informeren naar lichamelijk welbevinden’ werd snel afgesloten, toen hij zei dat hij bepaalde religieuze ervaringen had gehad.
Bedoel je openbaringen, vroeg ik.
Ja, die bedoelde hij.
Hij had erover gesproken met een Jungiaan, een oud-hoogleraar in de theologie.
De ervaringen hadden hem geholpen zijn weinig warme jeugd te verwerken en niet een grijze muis te worden. Maar de man die hij was.
Een man die vrede had gevonden.
Hij zag ze als aanwijzingen van gene zijde.
Ik geloof dat hij God bedoelde.
Ik zei dat mensen ook openbaringen kunnen beleven in andere domeinen, bijvoorbeeld in de kunst.
Ik dacht aan mijn eigen beleving van passages in de literatuur (Salter!), van muziekstukken (Wagner!), van een schilderij (Monet!), maar ook aan momenten van schoonheid in de natuur (Bohol!).
Maar dat zei ik allemaal niet.
Het zouden vast andersoortige openbaringen zijn, minder persoonlijk allicht.
Minder transformerend misschien.
Kun je ze ook zoeken, die openbaringen?
Ik denk van niet.
Ze lijken je te overkomen, al vermoed ik dat je er een zekere staat van bewustzijn op na moet houden om ze te herkennen. Sommigen betogen dat daarvoor middelen bestaan - ayahuasca of lsd - maar de kunstmatigheid ervan lijkt me een werkelijke openbaring in de weg te staan. Ik zou eerder denken aan een zinsbegoocheling.
Een goddelijke aanwijzing daarentegen zou ik niet verstaan, die taal beheers ik te weinig.
Het is mijn laatste maand in Zutphen, mijn verblijf in de Achterhoek loopt na drie jaar ten einde, maar het besluit om te gaan werd in de hand gewerkt door een lang overdacht voornemen dat dit jaar verwezenlijkt kan worden.
Een reis naar de andere kant van de wereld, een wekenlange tocht dwars door het hart van het leegste continent op aarde. Australië.
De Achterhoek wordt de outback.
Als ik ‘leeg’ schrijf, bedoel ik mensenleeg.
Ik beken dat ik daar, in de woestijn, op een openbaring hoop, een splijtend inzicht, een bron.
Ja, een bron, midden in de woestijn.
Waaruit ik verder schrijven kan. En verder reiken kan.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant