Willy Hillen bij zijn prijzenkast. Foto: Barbara Pavinati
Willy Hillen bij zijn prijzenkast. Foto: Barbara Pavinati

‘Als ik iets doe, wil ik winnen’

Algemeen

Schiet- en frikadellenkoning Willy Hillen kijkt terug op een bijzondere carrière

Door Barbara Pavinati

ZIEUWENT - “Ik heb veel van de wereld gezien,” vertelt Willy Hillen (78) aan zijn keukentafel. Hij woont sinds 2009 met zijn vrouw in Zieuwent waar hij van Winterswijk naartoe is verhuisd vanwege de grote kelder die het huis heeft. In die kelder heeft hij een heuse schietbaan en kleine kledingwinkel met schietkleding. Daar test hij voor mensen uit heel het land luchtgeweerkogels voor het wedstrijdschieten.

Zelf is Willy in de periode 1971-1982 zestig keer Nederlands kampioen geweest en heeft hij veertig records gebroken. Dit alles verspreid over de disciplines knielend, liggend en staand. Tegenwoordig is het anders en moet je alle disciplines tegelijk beheersen voor een prijs. In 1972 en 1976 heeft hij aan de Olympische Spelen deelgenomen en in 1984, 1988 en 1992 was hij daar als bondscoach van de Nederlandse wedstrijdschutters. Naast dit schieten werkte hij eerst met zijn vader en later alleen in Restaurant Hillen in Winterswijk en ontwikkelde hij de legendarische Hillen-frikandel. In 1997 werd hij benoemd tot lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Hillen-frikandel
“Samen met mijn vader en de firma Verstegen hebben wij het recept van de Hillen-frikandel bedacht. Hij is bijzonder omdat het gehakt gepaneerd is. Dat zorgt voor een lekkere en krokante korst. We maakten ze allemaal met de hand. In de hoogtijdagen van Restaurant Hillen verkocht ik soms wel 800 tot 1000 frikandellen in de week. Op unieke kruidencombinatie die wij gebruikten voor de smaak hebben wij de naam Hillen Fricandella gekregen van Verstegen. Niemand kan de frikandellen zo maken als wij,” lacht Willy trots. “We hadden een snelbuffet, restaurant en café waar in totaal wel 90 man eten kon. Het waren drukke tijden, maar ik kijk er met plezier op terug. Inmiddels heeft het restaurant een andere eigenaar en heet het ‘Bij Hillen’. Het feit dat ik altijd in de horeca heb gezeten, laat mij niet los. Nog steeds wil ik mensen helpen of zichzelf helpen verbeteren. Ik kan moeilijk ‘nee’ zeggen.”

Olympische Spelen
“Voordat ik aan schieten begon, deed ik aan judo. Hier ging ik naartoe op aanraden van een overbuurman. Maar ik raakte geblesseerd aan mijn schouder waardoor ik mijn vader niet meer goed kon helpen in de keuken. Op aanraden van een andere buurman ging ik toen wedstrijdschieten,” herinnert Willy zich, “Voor die tijd had ik nauwelijks ervaring met schieten. In mijn diensttijd had ik drie keer geschoten. Niet vaak dus. De eerste keer stond het vizier niet goed en kreeg ik daardoor ruzie met de leiding. Een keer in de veertien dagen deed ik aan wedstrijdschieten. In 1971 ging ik om te oefenen met schieten naar Duitsland, want daar hadden ze een vijftigmeterbaan. In Nederland zou ik daarvoor naar Driebergen moeten. Dat was een stuk verder reizen. Ik viel op, haalde de limiet en mocht in 1972 voor het eerst naar de Olympische Spelen in München. Ik werd daar veertiende ex aequo van de 100 schutters met 595 punten. In 1976 in Montreal werd ik 61ste. Het resultaat was toen niet bevredigend, want ik had erg last van de sterke wind.”

‘Het mooie aan 

schieten is dat 

je jezelf 

steeds kan 

verbeteren’

Steeds verbeteren
“In 1976 heb ik een schietbaan gebouwd achter het café. Daar was ik veel te vinden. Als bezoekers van het café me zochten, wisten ze waar ik was en kwamen ze een praatje met mij maken. Ik organiseerde er wedstrijden en trainingen. Het mooie aan schieten is dat je jezelf steeds kan verbeteren. Je kan eruit halen wat erin inzit,” vindt Willy, “Als ik iets doe, wil ik winnen. Als je niet verliezen kunt, kan je ook niet winnen zeg ik altijd. Dit heb ik met schieten, maar ook met koken. Ik probeer altijd het perfecte te krijgen. Ik heb veel dingen in gang gezet in de keuken. Denk daarbij aan een boerenschnitzel met bacon en spareribs. Voor dat laatste heb ik het recept vanuit Amerika meegenomen.”

Alles ging continu door
“Hoe ik al die verschillende dingen in mijn leven gedaan heb, snap ik nu eigenlijk niet. Alles ging continu door. Als ik frikandellen aan het maken was, was ik in gedachten bezig met de schutters die ik aan het trainen was. Ik heb namelijk heel wat schutters opgeleid. De selecties bestonden uit veertien schutters die met luchtgeweer schoten en tien met klein kaliber. Ik train trouwens nog steeds mensen, al is dat door corona wel erg lastig geworden. Ik ga mij nu langzaam terugtrekken uit de schietsport vanwege mijn leeftijd. Ik ben er meer dan vijftig jaar mee bezig geweest. Ik heb er absoluut fijne herinneringen aan,” besluit Willy.

Willy Hillen in zijn jonge jaren. Foto: privécollectie
Willy Hillen in de keuken van Restaurant Hillen. Foto: privécollectie

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant