Afbeelding
Foto: Nick Oostendorp

Randbericht | Koolmees

Algemeen Columns

Koolmees

De mooiste tijd van het jaar is al weer enkele weken geleden aangebroken, want de vogels zingen weer. Elke dag zet ik de wekker zo, dat ik een uur voor zonsopgang wakker word. Dan beginnen de eerste vogels te zingen en dat gaat daarna een uur of vier door. Zeker, overdag hoor je ook zingende vogels, maar in die eerste uren van dag is de uitbundigheid het grootst. Er naar luisteren, terwijl ik nog behaaglijk in bed een beetje zit te dommelen, is elke dag opnieuw een genot.

Vooral het zachte melodische gefluister van de merels doet me altijd weer goed. Ik maakte me enige tijd zorgen over hun voortbestaan, maar ze zijn er nog. Zo langzamerhand ken ik wel de geluiden van alle vogels, die rondom mijn huis verblijven. Omdat ik altijd meer oog voor planten had, verdiepte ik me lang maar oppervlakkig in vogels. Ik herkende ze als ik ze zag, maar hun kenmerkende gezang wilde zich niet vastleggen in mijn geheugen.

Toch besloot ik een jaar of tien geleden nog eens een poging te wagen. Een enkele vogelliefhebber die al vanaf zijn derde niets anders had gedaan dan naar vogels te kijken en luisteren, leek dat een kansloze missie. "Als je daar niet in je jeugd mee bent begonnen, leer je dat nooit meer." Zulke bemoedigende woorden stimuleren uiteraard, al geef ik toe dat ik niet elk roepje herken van de vogels in de buurt. Zo herken ik pas sinds drie weken het gezang van de pimpelmees. Dat hoorde ik al op zonnige dagen in de winter. "Welke vogel zingt er momenteel toch zo irritant", vroeg ik aan die echte vogelkenner. Ik kreeg meteen een reprimande, want er is geen vogel die irritant is.

Daar denk ik toch iets anders over. De duiven wil ik niet meer noemen, maar die mezen kunnen heel langdurig betrekkelijk eentonig gezang volhouden. De pimpelmees is dan trouwens niet eens de ergste. De koolmees is de luidruchtigste die alle andere vogels kan overstemmen met zijn fietspomp-deuntje. Vogelgeluiden onthouden de minder getalenteerde waarnemers met ezelsbruggetjes. Pomp maar eens je fietsband in een straf tempo op, dan weet je precies hoe die koolmees zingt. Om al het verkeerslawaai in onze moderne wereld te overstemmen heeft hij zijn volume zelfs nog opgeschroefd.

De koolmees maakt het meest gebruik van de nestkastjes achter mijn huis. Dat vind ik dan toch wel weer aardig. Eerst dat bedrijvige heen en weer gevlieg om een nest te bouwen en daarna, nog intensiever, om de jonge kroost te voeden. De afgelopen week kon ik weer een enkele keer onder de kastanje zitten en de bedrijvigheid van de koolmees aanschouwen. Dit keer had hij het nestkastje boven de regenton uitgekozen. Een enkele keer ging die zelfs tegenover mij op het houtblok zitten, waarop ik bij mooi weer altijd mijn biertje zet. Belangstellend keek de koolmees me daarbij aan. Gisteren begreep ik wat hij al die tijd had bestudeerd. De mees vloog op en daalde neer op mijn hoofd en plukte een van mijn krullen, waarmee die naar het nestkastje vloog. Dat ging nog een uur door. Voorlopig hoef ik niet meer naar de kapper.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant