Paulien Westerdiep verzorgt een les Nederlands op de school in Oeding (D). De Graafschap-studenten kijken mee. Foto: Bart Kraan
Paulien Westerdiep verzorgt een les Nederlands op de school in Oeding (D). De Graafschap-studenten kijken mee. Foto: Bart Kraan

Graafschapcollege: 'We willen de Duitse markt aanboren'

Algemeen

Studenten bezoeken scholen Kotten en Oeding

KOTTEN/OEDING - Slechts enkele leerlingen van groep vier van de Von Galenschule zitten op de grond. "Waar is de rest?'', vraagt leerkracht Paulien Westerdiep, die te horen krijgt dat de anderen er snel zullen zijn. En inderdaad, binnen een paar minuten komen de overige leerlingen binnen en nemen naast en voor hun klasgenoten plaats, waarna de les Nederlands kan beginnen.

Door Bart Kraan

Westerdiep laat dan eerst haar leerlingen in het Nederlands tellen met hoeveel zij zijn en vraagt hen dan aan te geven hoeveel onderwijsassistenten in opleiding van de Groenlose vestiging van het Graafschapcollege achter hen zitten. In vrijwel accentloos Nederlands komen ze tot vijftien studenten. Westerdiep, leerkracht van de openbare basisschool in Kotten maar deze morgen vervangster van de zieke directrice Connie Grevers die normaal namens haar school op de Von Galenschule lessen Nederlands verzorgt, pakt dan een grote en kleine speelgoedbeer, laat leerlingen en studenten hard en zacht op de grond stampen al naar gelang ze de grote dan wel kleine beer opheft. Daarna begint ze met het voorlezen van 'Wij gaan op berenjacht', waarbij de Duitse leerlingen een aantal voorgelezen zinnen moeten herhalen en ze, daarbij gesteund door de studenten van het Graafschapcollege, onder meer doen alsof ze door het water plenzen, door modder lopen, struikelend door een bos lopen en door een door beren bewoonde grot sluipen. Dat laatste om de leerlingen te prikkelen bij de les te blijven. De leerlingen van de Von Galenschule ontkomen er na het voorlezen niet aan om het iets van wat ze tijdens de lessen Nederlands geleerd hebben, in praktijk te brengen. Want Westerdiep vraagt hen zich aan hun Nederlandse gasten voor te stellen. De meisjes onder de leerlingen staan meteen op en gaan netjes de rij langs, maar de meeste jongens generen zich een beetje en blijven zitten.

Het bezoek aan de Von Galenschule en de openbare basisschool Kotten van afgelopen donderdag maakt voor de studenten van het Graafschapcollege, die allen in het derde jaar van hun opleiding onderwijsassistent zitten, deel uit van een project van tien weken. In die tijdspanne besteden ze tijdens twee lesuren van drie kwartier op zowel donderdag als vrijdag aandacht aan onder meer cultuur en geschiedenis van Duitsland en diverse gewoonten en tradities. Dit omdat het Graafschapcollege het belangrijk vindt dat haar studenten ook kennismaken met de buren, oftewel de Duitsers. "En we willen de Duitsers kietelen'', aldus Piet Kraaijeveld, stagecoördinator opleiding onderwijsassistent van het Graafschapcollege. "Er lopen wel onderwijsassistenten rond in de Kindergarten (kleuteronderwijs, BK), maar niet op de Grundschule (basisschool, BK). We willen daarom de Duitse markt aanboren en hen laten zien hoe nuttig een onderwijsassistent kan zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld de klasleerkrachten ondersteunen en remedial teaching verzorgen.''

Tijdens het project hebben de studenten onder leiding van Kraaijeveld en de docente Marloes Willemsen en Levi Smits kennis gemaakt met diverse facetten van de Duitse cultuur en geschiedenis. Dit onder meer door het bekijken van films, maar ook door het bijwonen van lessen, gegeven door twee voormalige collega's van de docenten. Zo is er aandacht besteed aan de wijze waarop in Duitsland wordt omgegaan met geboorte, school, huwelijk en overlijden. "In Nederland sterft iemand in principe thuis en wordt een dode een aantal dagen opgebaard. In Duitsland overlijdt je in het ziekenhuis'', zo geeft Willemsen een voorbeeld van wat er tijdens het project ter sprake is gekomen.

De studenten hebben ook kennisgemaakt met Duitse lokale gerechten, zoals de Westfälische Sauerkrautsuppe, oftewel zuurkoolsoep uit Westfalen, een deel van de deelstaat Noordrijn-Westfalen. Dat gerecht is niet in de smaak gevallen. "We hebben die soep gekookt en ook geproefd, hij was echt niet lekker'', zo geeft Sabine Tolkamp aan als de groep na de les op de Von Galenschule naar buiten gaat. Ze krijgt bijval van haar klasgenoten. "Die soep was niet te eten'', zo klinkt het.

De studenten weten nu ook min of meer hoe het Duitse onderwijssysteem in elkaar zit, want Westerdiep ging er wat dieper op in nadat haar leerlingen het lokaal hebben verlaten. Zo passeren begrippen als Kindergarten, Grundschule, Realschule en Gesamtschule de revue en vertelt Westerdiep dat Duitse leerlingen maar weinig getoetst worden. Dit in tegenstelling tot Nederlandse scholieren, die regelmatig met toetsen te maken hebben. "Interessant. Het is een andere overtuiging. In Nederland toetsen we heel veel'', zegt Westerdiep, die ook aangeeft dat ze eigenlijk geen les mag geven in Duitsland. "Nederlandse onderwijzers en onderwijzeressen zijn niet voldoende bevoegd, vandaar dat er altijd een klasleerkracht aanwezig moet zijn als wij voor de klas staan.''

Mogen de studenten op de Von Galenschule de klas in, op de openbare basisschool Kotten zien ze de kinderen slechts van afstand. "Ze gaan niet naar de kinderen, omdat die de laatste tijd al zo veel bezoek hebben gehad'', verklaart leerkracht Emmeline Hoitink, die wel de onderwijsassistenten in opleiding kennis laat maken met de manier waarop de jongste leerlingen in Kotten Duitse les krijgen. En dus moeten de studenten door een venster in de Duitse kleuren stappen en pop Elena begroeten met 'Gutenmorgen'.


"Op deze manier weten de kinderen meteen dat ze Duitse les krijgen'', aldus Hoitink die met behulp van het boekje Das schönste Ei der Welt duidelijk maakt hoe de leerlingen van groep 1 tot en met 3 de taal van hun oosterburen onderwezen krijgen: speels en niet te lang. "Je kunt beter een half uur of twee keer een kwartier per week Duitse les krijgen dan een hele middag", aldus Hoitink. De oudere leerlinge krijgen Duitse les middels het programma Elena Learning, dat veel luister- en spreekopdrachten bevat.
De Kottense leerlingen leren snel een aantal basisbeginselen van het Duits, zo is het onderwijzend personeel van de basisschool opgevallen. "Ze pikken het gemakkelijk op. De jongsten kunnen al snel korte zinnen spreken. Ouderen hebben het soms moeilijk met sommige aspecten van het Duits, maar kinderen leren die heel gemakkelijk. Hoe jonger je begint, hoe gemakkelijker het gaat. Ik denk dat straks leerlingen van groep acht die naar het middelbaar onderwijs gaan, een voorsprong hebben op kinderen die al op het middelbaar onderwijs zitten.''

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant