Heksenboter in het bos tussen Lochem en Vorden. Foto: Sander Grootendorst
Heksenboter in het bos tussen Lochem en Vorden. Foto: Sander Grootendorst

Het wonderlijke leven van de heksenboter

ACHTERHOEK - Achterhoek – Het is geel, boterachtig van samenstelling, het drapeert zich over dode takken en ander hout, het kan zich verplaatsen en lost uiteindelijk op in talloze sporenlichaampjes, die een nieuw leven als slijmzwam beginnen. Het is… heksenboter.

Door Sander Grootendorst

Vanuit de verte leek het of iemand een pak vanilleyoghurt had leeggegoten over een met haarmos begroeide boomstronk in het bos tussen Vorden en Lochem. Of was het – om, minder sprookjesachtig, met de Engelsen te spreken – dog vomit, hondenkots? Het is hun officiële benaming van deze slijmzwamsoort, die je in de Achterhoekse natuur overal kunt tegenkomen, maar je oog moet er natuurlijk wel op vallen. De kans daarop is groter bij het type weersomstandigheden van de laatste tijd: veel regen, maar zeker niet koud.

Een gekke gedachte dat het gelige organisme, dat zoveel van schimmel weg heeft, zich waarschijnlijk inmiddels niet meer op dezelfde plek bevindt als waar wij het ontdekten. Een beetje alsof een struik, waarvan je toch zeker wist dat hij op de hoek van de straat stond, zich in een week twintig meter heeft verplaatst. Dat onderscheidt de slijmzwammen (er zijn wereldwijd meer dan duizend soorten) dus van de planten, en van de paddenstoelen en schimmels: ze bewegen zich als een soort reuzenamoebe voort.
Maar om nou te zeggen dat ze tot het dierenrijk moeten worden gerekend voert ook weer wat ver. Er gaan stemmen op om er een aparte klasse van de levende wezens van te maken: dan heb je dus naast dieren, planten en schimmels ook nog slijmzwammen. Het werd al langer verondersteld, maar DNA-onderzoek, pas in deze eeuw echt op gang gekomen, maakt het aannemelijk. De overeenkomsten tussen schimmels en wat wij slijmzwammen hebben genoemd, berusten slechts op de door ons waargenomen sterke gelijkenis van twee heel verschillende levensvormen. Aan de andere kant is de wens om alles maar te classificeren puur menselijk en in feite kunstmatig, het zal de heksenboter zelf worst wezen.

Lang voordat wetenschappers zich erover bogen, of zelfs maar – zonder microscoop – kónden buigen, verzonnen de mensen zelf verklaringen voor, althans verhalen bij, onbegrijpelijke verschijnselen. Zouden heksen er hun boterham mee besmeren? En zoals bij alles wat wij in de natuur aantreffen, werd er ook een concretere vraag gesteld: is heksenboter eetbaar? Geen aanrader, zou je denken, de slijmzwam kan grote hoeveelheden zware metalen in zich opnemen – meer dan, voor zover bekend, enig ander levend wezen –, maar voor een volk in Mexico geldt gebraden heksenboter niettemin als lekkernij, waaraan het de naam caca de luna heeft gegeven. Oftewel maanpoep. Eet smakelijk!
Op het menu van de slijmzwam zelf prijken bacteriën en andere minuscule hapjes. Nee, ze eten géén mensen: dat is een verzinsel van de horrorfilmindustrie, uitgewerkt in The Blob (1958), met in de hoofdrol Steve McQueen. 

Een bioloog merkte ooit op dat slijmzwammen zoals heksenboter op wandelende hersenpannen lijken. Daarmee bedoelde hij niet zozeer de substantie, maar het feit dat heksenboter en haar familieleden in staat blijken om zichzelf proefondervindelijk te léren wat bijvoorbeeld de kortste weg naar een bepaalde voedselbron is. 

Achter een klonter heksenboter op een stronk in een Achterhoeks bos gaat een grote wonderlijke wereld schuil.