Tekeningen door directeur Van Vossenburg Bray rond 1850. Afbeelding: Gelders Archief, Collectie Ver Huell, CC BY 3.0

Tekeningen door directeur Van Vossenburg Bray rond 1850. Afbeelding: Gelders Archief, Collectie Ver Huell, CC BY 3.0

Nieuw onderzoek naar slavernijverleden brengt Gelderse sporen aan het licht

Maatschappij

REGIO - Door heel Nederland zijn sporen van het Gelderse slavernijverleden terug te vinden. De afgelopen tweeëneenhalf jaar is er op initiatief van Erfgoed Gelderland uitvoerig onderzoek gedaan naar deze Gelderse sporen. Eind augustus zijn de resultaten van het onderzoek gebundeld in de publicatie Sporen van slavernijverleden in Gelderland. “Met deze publicatie maken we de sporen van slavernijverleden in Gelderland zichtbaar en doorzoekbaar”, vertelt projectleider Else Gootjes. Er zijn in het boek diverse verhalen uit de regio te vinden onder ander over mensen Aalten, Terborg Gendringen, Gorssel en Hummelo.

Snippers van informatie
Diverse auteurs, historici, vrijwilligers, archieven en erfgoedinstellingen hebben bijgedragen aan het project Sporen van Slavernijverleden in Gelderland. Door onderzoek in (privé-)archieven en Gelderse collecties, en aan de hand van persoonlijke verhalen kwamen steeds meer sporen van het slavernijverleden aan het licht. Deze ‘snippers van informatie’ vertellen meer over tot slaaf gemaakten, slaveneigenaren en over het leven in buitenhuizen en op plantages. Met deze informatie uit archieven en verhalen is bijvoorbeeld het leven van Anna van Vossenburg getekend. Over Anna was nauwelijks iets te vinden dat van haar zelf afkomstig was, zoals privé spullen, tekeningen of brieven. Enkel via de ogen van de mensen die haar tot slavin hadden bestempeld en als hun bezit gebruikten en beschouwden, weten we nu iets over Anna.

Verhalen op de kaart zetten
De Gelderse sporen van slavernij zijn in de publicatie geordend per regio: Achterhoek, Arnhem, Nijmegen, Veluwe en Rivierenland. Een van de verhalen uit de regio Arnhem is het verhaal van Mabba uit Angola. Op 21 april 1812 deed hij zijn belijdenis in een kerk in Velp. Bij zijn doop vijf dagen later in diezelfde kerk nam hij de naam Christiaan Lespau aan. Mabba was toen ongeveer 26 jaar oud. Later vertrok hij naar Arnhem, waar hij werkte als bediende, hij werd ‘oppasser’ in Den Haag en was tussendoor in Rheden ‘herenknegt’ en ‘koopman’. Uit het onderzoek blijkt dat zijn stamboom is vertakt tot in de huidige tijd. Naast de sporen uit archieven en collecties, beschrijft de publicatie Sporen van slavernijverleden in Gelderland ook persoonlijke verhalen van mensen die vertellen over hun familiegeschiedenis en hoe zij vandaag de dag kijken naar dit verleden.

Startpunt voor verder onderzoek
De sporen van slavernijverleden in Gelderland maken deel uit van een gedeelde culturele erfenis. Deze nieuwe bundeling van verhalen maakt het slavernijverleden in Gelderland zichtbaar, maar het is zeker geen complete verzameling; het onderzoek levert veel nieuwe aanknopingspunten om verdere sporen te onderzoeken en te beschrijven. De publicatie is het startpunt om dit verleden van Gelderland op de kaart te zetten en met andere ogen te kijken naar deze geschiedenis.

De publicatie Sporen van slavernijverleden in Gelderland is online te bekijken (https://erfgoedgelderland.nl/project/sporenvanslavernijverleden/). De verhalen uit het onderzoek zijn daarnaast ook gepubliceerd op de website mappingslavery.nl en in een special op mijnGelderland.nl. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van het Prins Bernhard Cultuurfonds, Mondriaanfonds, Stichting Wanatti en Stichting De Roos-Gesink.