Een voerbakje met suikerwater. Foto: Pieter van Eijck
Een voerbakje met suikerwater. Foto: Pieter van Eijck

Bijen in de zomertijd

WINTERSWIJK - Er zijn wilde bijen en honingbijen. Beide soorten hebben het niet makkelijk in Nederland, door onder andere ziektes, parasieten en het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Ook veranderend landschap en klimaat zijn van invloed op de bijenstand. Bijen kunnen we niet missen. Wie alles weet over de honingbij, is Pieter van Eijck van Imkers Oost Gelre. Hij geeft een cursus voor beginnende imkers. Hij schrijft regelmatig over zijn hobby.

Gerard Cox zong een liedje over die mooie zomer, die zomer die maar niet voorbijging. Nu is het volop zomer en daar lijkt ook geen eind aan te komen. Er is dan ook zoveel te doen, op vakantie gaan, barbecueën, leuke dingen doen met vrienden of familie. Voor anderen is het tijd om weer eens te gaan lezen of gewoon lekker niksen. Imkers doen al die dingen ook. Jazeker, en wij denken dan ook aan onze meiden die ondertussen rondvliegen en honing verzamelen. Wist je bijvoorbeeld dat voor één potje honing een bij drie keer de aarde moet rondvliegen? Dat stemt tot nadenken, toch?

Het is een drukke tijd. De koningin is druk aan de leg. De imker heeft opgelet of het volk wil gaan zwermen en daarvoor de noodzakelijke maatregelen genomen. Eigenlijk is het nu niet echt heel druk. Dus de imker kan ook op vakantie. De meeste imkers weten wat er met hun volken aan de hand is. Als er dan een volkje bij zit dat extra aandacht nodig heeft, vraagt de imker meestal aan een andere imker om tijdens zijn vakantie eens te gaan kijken of alles goed gaat.

Een ander ding is dat bijen levende dieren zijn die hun eigen voedsel moeten zoeken: nectar en stuifmeel. Als het erg droog is, is de nectar snel opgedroogd. Dan is het niet meer bruikbaar voor de bijen of andere insecten. Dan wordt het tijd om de bijen te gaan bijvoeren met suikerwater. Dit is een oplossing van suiker en water. Voor het maken van suikerwater neem twee plastic emmers met deksel. De onderste emmer is heel, de deksel heeft diverse gaten. Op de deksel met gaten leg ik een doek. De tweede emmer, die ik erop zet, heeft gaten in de bodem. Op die manier heb ik een soort zeef gemaakt. In de tweede emmer giet ik vijf of zes pakken suiker en vijf of zes liter water. Het water dat door de suiker heen zakt is dan geheel verzadigd als het in de onderste emmer loopt. Dat voer ik aan de bijen. In de handel zijn handige bakjes met een opening, waar de bijen doorheen kruipen en zo bij het suikerwater kunnen komen.

Onze cursisten hebben nu allemaal een volkje mee naar huis gekregen om tijdens de zomerperiode te verzorgen. De reacties zijn gemengd. Sommige cursisten hadden al een volkje thuis staan omdat ze vorig jaar al waren begonnen. Ze verheugen zich op het extra volkje en zien geen directe problemen. Anderen krijgen nu voor het eerst een volkje mee. Dat is wat anders, een eigen volkje hebben om voor te zorgen. En dat voor enkele maanden! Het enthousiasme is vaak gemengd met twijfel. Gaat het allemaal wel goed, maak ik geen fouten? Gelukkig zijn er anderen die aanbieden om te helpen bij problemen. Fijn dat men zo (samen)werkt. Als de vakantie voorbij is en de cursus weer begint, komen ze terug met hun volkje en kunnen we zien hoe het is gegaan. Altijd een spannend moment. Wij houden u op de hoogte. Tot het volgende bericht over de bijen en de cursus.