Illustratie: Marc Weikamp
Illustratie: Marc Weikamp

‘Ik ben een Europeaan, wil graag ver weg kijken’

Maatschappij

ACHTERHOEK – In Boeren, Burgers en Buitenlui spreken we met inheems, import en idealist over hoe het leven in de Achterhoek is. We evalueren en fantaseren en Marc Weikamp zal illustreren, omdat de regio er is om te eren. Deze keer een gesprek met Sjef van Hoorn uit Lochem, die als pensionado graag een inkijk geeft in zijn leven van alledag, waarbij zijn hart opengaat voor activiteiten in Lochem en hobby’s die hij meenam uit zijn lievelingsland Italië.

Door Josée Gruwel

“Zullen we er even naartoe gaan?”, vraagt Sjef. “Natuurlijk.” Samen lopen we van zijn huis in het centrum van Lochem naar het jachthaventje. Onderweg verbaas ik me erover hoeveel mensen hem in de winkelstraten groeten. Sjef is geboren (1951) en getogen in Lochem, waar hij 46 jaar gemeenteambtenaar was en zo te ervaren een graag gezien persoon is. “Ik zet me graag in voor de gemeenschap,” vertelt hij, “maar ik ben geen vergaderaar, meer een doener.” Als pensionado fietst hij elke dag wel even naar het haventje. “Ik heb op me genomen om voor de omgeving ervan te zorgen, dat die netjes blijft.” Met een zeis en een oud grasmaaiertje van Marktplaats is hij begonnen. Nu zorgt hij er voor veredelde biodiversiteit. Hij wijst naar waar hij eigenhandig zorgt voor beplanting, vertelt hoe hij de afvalcontainer regelde. Elke dag praat hij er met bezoekers: jongeren, vissers, schippers en ouderen die er genieten van de rust van het water. Zo ook nu. Sjef kent de twee oudere mannen die er zitten. “Hoe gaat het?”

Dienstbaar 
Op de terugweg mijmert hij nog wat na: “Je kunt niet alles in geld uitdrukken. Dit is vrijwilligerswerk, ik ben al rijk dat ik dit mag doen.” Hij vertelt dat hij als vrijwilliger ook elke dinsdagmiddag riksja rijdt met twee ouderen met dementie. “Ooit bestuurde ik midden in Hanoi en Saigon een riksja, dus ik had al ervaring toen ik er hiermee begon.” Sjef weet dat zijn passagiers genieten en geniet dan zelf ook. “En als hun kinderen me dan opbellen en bedanken, voel ik me nog rijker.”

Ambachtsmensen, daar heb ik een hoge pet van op

Aangekomen bij de plek waar eens zo’n tweehonderd meter stadsgracht lag, staat hij stil en vertelt dat de oude gracht in 1931 tijdens de crisisjaren werd gedempt en hij zich al jarenlang – als initiatiefnemer - inzet voor het herstel ervan. Het is zijn vurige wens dat dat herstel nog eens gebeurt, met vrienden is hij zelfs bereid om eigenhandig te graven. Sjef, de man die ook in de organisatie van filmhuizen in de Achterhoek zat en secretaris was van het comité Wielertochten Lochem, wil zich graag dienstbaar maken.

Geschiedenis
“Je moet mijn geschiedenis kennen om mij te begrijpen”, zegt hij. Zijn verhaal begint met zijn opa, peetoom en peetvader. “Die kwam in 1912 van Vianen naar Lochem om er hoofd van de katholieke school te worden. Om het dialect te leren kocht hij het boek ‘Vertelsels oet den Achterhoek’ van Hendrik Odink.” Als dierbaar kleinood legt Sjef het op de tuintafel waar we dan aan zitten. “Van mijn opa, die met foto’s de geschiedenis van Lochem in kaart bracht, en mijn vader, die advocaat was en mensen van allerlei pluimage hielp, heb ik geleerd om je in te zetten voor de maatschappij. Maor plat praoten? Wij praatten thuis geen dialect, want mijn moeder was een stadse, uit Groningen. Als ik het bij mijn werk op het gemeentehuis wel eens probeerde, zeiden mijn collega’s: ‘A’j plat wilt praoten kun je beter Nederlands spreken.’” Sjef, een Achterhoeker voelt hij zich niet echt. “Ik ben een Europeaan, wil graag ver weg kijken.”

Italië, ijs en wijn
Met zijn motor, een MotoGuzzi, ging Sjef in vroeger tijden op pad, ver van huis. Aan Italië heeft hij zijn hart verpand. Daar kreeg hij de fascinatie voor het zelf maken van ambachtelijk ijs en van wijn. “Ambachtsmensen, daar heb ik een hoge pet van op. In Italië kwam ik er veel tegen.”

Velen in Lochem en omstreken kennen Sjef als ijscoman, witte jas, petje. Inmiddels verkoopt hij met succes 23 jaar zo’n veertien smaken ijs, bereid in zijn ijskeuken. “Nu corona voorbij is vragen ze me weer, bij feestjes, op scholen, bij verzorgingshuizen. Dat is genieten. Wil je vanille-ijs proeven?” Even later smullen we van het ijs, met aardbeien en slagroom.


Illustratie: Marc Weikamp

8keer 8erhoeks met Sjef van Hoorn

Favoriete Achterhoekse plek:
“Het Openluchttheater Lochem, met de tribune tegen de flank van de Paasberg aan. In mijn jeugd, in de zestiger jaren, ging ik er naar de besloten jeugdsoos Eldorado. Daar kon je altijd terecht. Van 1968 tot 1986 beleefde het theater een glorietijd door het jaarlijkse popfestival op Hemelvaartsdag. Veel grote namen kwamen er naar Lochem.
Qua natuur is het daar prachtig. Dat hoor je ook van de artiesten die er komen. Ik poch altijd op het theater, ook omdat mijn grootvader nog heeft geholpen met de oprichting ervan.”

Mooiste Achterhoeks bedrijf/organisatie:
“Wijngaard ‘Um d’n Olden Smid’ in Velswijk, waarvan Alma ten Bruin en Jan Jansen de trotse eigenaars zijn. Ik heb bewondering voor hen, omdat ze met hun team een fantastisch product maken door middel van een geheel eigen wijze van snoeien, oogsten en bottelen. Ze varen daar hun eigen koers. Daar hou ik van. Ik hou sowieso van mensen die hun eigen weg bewandelen.”

Mooiste Achterhoekse gebouw:
“De monumentale Sint Werenfriduskerk in Zieuwent, ook wel ‘de kathedraal van de Achterhoek’ genoemd. Heel bijzonder zo’n dominant gebouw in zo’n bescheiden plaats.”

Inspirerende Achterhoeker:
“Niemand specifiek. Degenen die mij inspireerden komen vooral uit Italië.”

Favoriete Achterhoekse artiest/kunstenaar:
“De Lochemse dialectzanger en muzikant Jan Ottink. Hij is al zo’n 45 jaar actief als solist en bandlid. Met de Jan Ottink Band kreeg hij vooral bekendheid. Hij schreef honderden liedjes in het dialect. In Lochem was hij onder andere betrokken bij de Stichting Popcollectief Lochem en werkte hij mee aan twee groots opgezette seizoenopeningen van de schouwburg. Ik ken Jan Ottink al sinds de tijd dat hij nog jongerenwerker was.”

Lekkerste Achterhoekse gerecht/drank:
“Een Achterhoeks wijntje, bijvoorbeeld van ‘Um d’n Olden Smid’ uit Velswijk, ‘Wijngoed Kranenburg’ of van ‘Wijngaard Hesselink’ uit Winterswijk Henxel. Vooral de witte wijnen uit de Achterhoek doen maar weinig onder voor de Franse!”

Mooiste Achterhoekse lied:
“De Achterhoekhymne van de Hendrik Haverkamp Band. Stukje tekst? ‘Ik vuul mien de koning te rieke dat ik hier leaven kan. Zonder overdrieven, hier wil ik altied blieven. De Achterhoek, mien vaderland.’
O ja, en nog iets: ik ken die Hendrik Haverkamp. Die jongen is ook een motorrijder.”

Mooiste uitdrukking: 
“’A’j plat könt praoten, mo’j ’t neet laoten.’ Dat vind ik een wijze spreuk. Op de afdeling burgerzaken op het gemeentehuis werd die spreuk toegepast om de drempel weg te nemen tussen ambtenaren en burgers aan de balie.”

Bent u of kent u een goede kandidaat voor deze rubriek? Meld dit dan bij redactie@achterhoeknieuws.nl


Sjef van Hoorn. Foto: Josée Gruwel