Beginnende imkers krijgen uitleg. Foto: PR
Beginnende imkers krijgen uitleg. Foto: PR

Imkeren, iets voor jou?

WINTERSWIJK - Er zijn wilde bijen en honingbijen. Beide soorten hebben het niet makkelijk in Nederland, door onder andere ziektes, parasieten en het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Ook veranderend landschap en klimaat zijn van invloed op de bijenstand. Bijen kunnen we niet missen. Wie alles weet over de honingbij, is Pieter van Eijck van Imkers Oost Gelre. Hij geeft een cursus voor beginnende imkers. Hij schrijft regelmatig over zijn hobby.

De vorige keer (18 maart) heeft Pieter iets geschreven over zwermen. Dat onderwerp wil hij graag verder toelichten. Bijen zitten bij elkaar in een volk. Als het volk groter wordt komt er een moment dat de ruimte te klein wordt. Dan zal een deel van het volk weg willen. Bij voldoende eten en te weinig ruimte blijft deze oplossing over. Maar wat gebeurt er dan in het volk?

Als het allemaal goed gaat en de Koningin is druk aan het leggen, is de kast op een gegeven moment vol. De imker zal een tweede broedkast bovenop de eerste kast zetten. Dit geeft het bijenvolk weer voldoende ruimte om te groeien. Er zijn veel manieren om een volk dat goed gegroeid is op te splitsen. Elke manier van een volk splitsen heeft een ander effect voor het volk.

De imker heeft vervolgens twee volkeren in verschillende fases van ontwikkeling. Het ene is een goed functionerend volk dat wat kleiner is geworden en een ander volkje begint. Het beginnende volkje wordt in een kleine kast gezet met een raam voedsel erbij. De oude koningin is bij het oude volk gebleven. 

Het nieuwe volk moet een nieuwe koningin hebben. De bijen kunnen dit zelf regelen. Als er een nieuwe koningin is gaat deze op bruidsvlucht. Ze paart met ongeveer vijftien darren. Na elke paring keert ze naar het volk terug en de bijen verschonen de koningin en dan gaat ze weer op bruidsvlucht.
Als ze dan na de laatste bevruchting in de kast terugkeert zal ze deze niet meer verlaten. Ze blijft eitjes leggen tot ze sterft. Voor het volk begint de cyclus dan weer opnieuw.

Dit leren beginnende imkers allemaal tijdens een goede cursus. De cursisten die Pieter alles leert zijn nu enkele weken bezig en hebben wat ervaring opgedaan. Het openen van een kast en het raam eruit halen gaat zonder problemen. Het vinden van de koningin is altijd 'een dingetje'. Ook ervaren imkers kunnen hier moeite mee hebben. Veel imkers merken de koningin met een gekleurd kapje. Elk jaar heeft een eigen kleur. Dan kun je ook direct zien hoe oud de koningin is. Het zien of een koningin een raam heeft belegd is toch altijd moeilijk, merken de cursisten. De eitjes zijn erg klein. Sommige cursisten hebben een soort vergrootglas bij de hand of gebruiken een app op de telefoon. Anderen doen het zonder. Alle ramen worden bekeken en onderzocht. Zeker in het begin duurt dat even. 

Ook het groter zetten van het volk van een drie-ramer naar een zes-ramer is in theorie makkelijk. In de praktijk blijkt dat moeilijker, merken de beginnende imkers.  Staat er in het lesboek de opmerking ‘zorg voor voldoende voedsel’, Maar wanneer is er voldoende voedsel en hoe weet je dat? Ook hier geldt weer: ervaring en een goede docent zijn belangrijk. Voor de bijen betekent het openen van de kast vaak een grote verstoring van hun dagelijkse ritme. 

Voor een cursus moeten veel kasten beschikbaar moeten zijn. Gemiddeld zijn dat twee kasten per cursist. De locatie bij Anton te Brake heeft voldoende kasten staan. Deels van hem en deels van de cursusleider Bob Kliest. Zij stellen hun volk beschikbaar voor de cursisten om ervaring op te doen. Een mooi gebaar. Een bijenvolk dat gedurende de zomer regelmatig verstoord wordt, levert minder honing op en loopt ook kans op een minder sterk volk te zijn in het volgend jaar. Zo hebben handelingen van nu een effect op volgend jaar.

Beginnende imkers krijgen uitleg. Foto: PR