Illustratie: Marc Weikamp
Illustratie: Marc Weikamp

Roy Evers is hier altijd al dolgelukkig geweest, hij lag met zijn grote liefde in de wieg

ACHTERHOEK - In Boeren, Burgers en Buitenlui spreken we met inheems, import en idealist over hoe het leven in de Achterhoek is. We evalueren en fantaseren en Marc Weikamp zal illustreren, omdat de regio er is om te eren. Deze week een gesprek met Roy Evers; hij weet wat rijkdom is, maar niet enkel omdat hij Directeur Dagelijkse Bankzaken Twente & Achterhoek bij de Rabobank is.

Door Eva Schuurman

Roy Evers is een geboren en getogen Achterhoeker, onwetend lag-ie met zijn grote liefde in de wieg omdat hun beider ouders bevriend waren. Het resulteerde in hun ontluikende liefde op het 25-jarig huwelijksfeest van vader en moeder Evers. En oh ja, in een fotoboek als eigen huwelijkscadeau: “Er staat een foto in waarop we als zesjarigen met elkaar onder de douche staan.” Sasha woonde in Silvolde en Roy in Gaanderen, als gulden middenweg gingen ze samenwonen in Terborg. “De kinderen werden er geboren. Ik probeer ze mee te geven iets voor een ander over te hebben, als we dat allemaal doen wordt de maatschappij plezieriger.” Het is de beschouwing en opmerking van een rasverbinder; een man die niet alleen privé, maar ook vakmatig vraagt hoe hij kan helpen. Waar iemand tegenaan loopt en of ie even leunen wil.

“Ik geloof in wederkerigheid zonder verplichting”, zegt Roy dan ook. Voor hem een vanzelfsprekendheid, voor mensen buiten de regio vaak een bijzonderheid. “Vanuit mijn functiehoedanigheid werk ik regelmatig in het westen, buiten de streek merk je vaak pas hoe mensen je zien.” Daar krijgt Roy terug bescheiden te zijn en zonder blabla, hard te werken vanuit loyaliteit. Dat hoeft van hem allemaal niet ‘hardop’: “Laat mij maar ingetogen genieten.” Echter, als hij de Achterhoek propageert durft hij dat wel luidkeels. “Tijdens presentaties heb ik altijd een bepaalde achtergrond, onze vlag of een spreuk.” Want naar buiten toe is hij oeverloos trots, maar vraag hem niet naar de wapenfeiten van zijn eigen loopbaan. “Daar word ik ongemakkelijk van.” Het is de innerlijke rijkdom van een bescheiden man. ‘Samen dran’, prijkt er achter hem en wie toehoort en kijkt is geprikkeld. “Dan zeg ik altijd dat we in het oosten heel efficiënt met letters zijn.”

Roy haalt aan dat hij bij een presentatie van ‘Nedap’ in Amsterdam eens een journalist hoorde vragen waarom zij in vredesnaam kozen in zo’n gat als Groenlo te huizen en niet wat centraler. De spreker pareerde de vraag door te stellen dat hij niet enkel op de kaart van Nederland keek, maar uitzoomde naar die van Europa. “Toen bleek Amsterdam ineens vooral te midden van een grote plas water te liggen en Groenlo zowel dichtbij Keulen als onze hoofdstad te zijn.” Het maakt dat Roy wenst dat de Achterhoeker zijn bescheidenheid op een goeie manier van zich afschudt. “Voor jezelf als mens is die eigenschap een deugd, maar puur voor de regio mag ie er wel vanaf.”

'Voor jezelf 

als mens is

bescheiden- 

heid een 

deugd, maar 

puur voor de 

regio mag het 

er wel vanaf'


Dus wanneer collega’s van elders vertellen dat hun kinderen tweetalig onderwijs genieten glundert hij dat ze dat in de Achterhoek allemaal ondergaan. “Ik merk dat mijn kinderen de streektaal verstaan.” Zelf spreekt Roy het voornamelijk met vrienden. “De factoren tijd en drank dragen daar altijd aan bij.” Zal ie daarnaar verlangen als hij vanaf de A12 de A18 opgaat? Wanneer het thuisgevoel hem omarmt en hij het westen achter zich laat? “Vooral als ik buiten de regio ben voel ik de verbondenheid.” Toch gunt hij zijn kinderen de verrijking van het openen van de horizon. “Laat ze die zoektocht aangaan, plezier hebben en gelukkig zijn is het belangrijkst.” Wel wil Roy tegelijkertijd dat ook de jeugd van nu beseft dat ze hier niet weg hoeven om de schoonheid van deze plek pas van een afstand te kunnen inzien. “Ik hoop dat het wat eerder gebeurt, we hebben de arbeidskracht nodig. Dat klinkt heel cijfermatig, maar het is belangrijk.” Want we wonen in een mooie regio om in te landen. Bijvoorbeeld zoals Roy dat met Sasha deed, in hun contrasterend interieur.

“Nu begrijp ik wat je bedoelde”, zei een vriendin van zijn zoon toen ze de clash van kleuren zag die zijn ouders zo past. “Mijn vrouw houdt van wit met zwart, maar ik ga daartegenin met kleur en frivoliteit.” Van binnenuit kletsen we over het schilderwerk aan de buitenkant van het huis, omdat het zo van de streek is dat zo’n handeling verbroedert en de schilder – voor je het weet – elk adres in je straat weet. “Dan sta je buiten te babbelen met een buur die hem ook wel gebruiken kan, dat past ook weer bij de Achterhoek; op elkaar letten en mekaar sociaal opzoeken. Naoberschap.” En jezelf kunnen plaatsen in zo’n conversatie. “Dat is mooi, dat plaatsen. Ik heb een nieuwe collega, voor we in gesprek komen ver- en herkennen we de lijntjes. Zoiets kun je niet uitleggen, dat is een moderne vorm van ‘waar bu’j der eentje van.’”

Roy Evers heeft een volle agenda, een druk sociaal leven en hij is bestuurslid in twee organisaties die hem zeer aan het hart gaan. Zijn mond stroomt over van kennis en trots. “Ik heb mijn volgende afspraak al laten weten dat het wat later wordt, dat zijn ze wel gewend van mij.” En bij zijn woordenvloed past perfect zijn altijd halfvolle glas; hij is gedreven en enthousiast. Ik neem graag eens plaats met hem op een terras, om van me af te kijken en de schoonheid van de streek er welhaast af te kijken. Maar dat kan natuurlijk niet, zeker niet als je hem door zijn bril beziet.