Afbeelding

Een mild trauma

Zouden er mensen zijn zonder een eerste liefde?
Misschien in het geval van extreme eigenliefde, maar die lijkt me voorwerp voor therapie.

Hoe duurzaam is een eerste liefde?
Ik zag een foto van Roxane van Iperen en haar man op het Boekenbal.

Haar man is haar eerste liefde. Dat is bijzonder, denk ik.
Niet veel eerste liefdes houden stand.

Ik beweer dat zonder wetenschappelijke onderbouwing, maar verwacht geen stortvloed van corrigerende lezersbrieven.
Wat is een eerste liefde? Is dat verliefdheid? Een beantwoorde verhouding?
Mijn eerste liefde was de juf. Ik moet een jaar of zeven, acht geweest zijn.

Hoe ze heette weet ik niet meer. Ze had een Duitse achternaam, Nussbaum of iets dergelijks. Voornamen werden toen niet gebezigd. Ik spreek over het begin van de jaren zestig.
Halverwege het schooljaar moest ik wisselen van school.
Ik ben dagen ontroostbaar geweest.
Niet lang daarna moet ik verliefd geworden zijn op een buurmeisje.

Ik droeg het als een groot geheim.
Is dat eigenlijk normaal, om zo jong verliefd te zijn?

De eerste echte verkering kwam tegen het einde van de middelbare schooltijd. Niet met het buurmeisje nee. Ik was intussen al enkele keren verhuisd.
Deze ‘eerste’ liefde was geen gelijkwaardige. Ik keek enorm tegen haar op.
Ze was een paar jaar ouder dan ik, had al op haar vijftiende het ouderlijk huis verlaten, en toen ik haar leerde kennen - ze was de zus van een klasgenoot - was ze net verloofd met een man met een rode sportwagen.

Het merk weet ik niet meer, mijn belangstelling voor auto’s was beperkt.
Wel herinner ik me dat hij afkomstig was van een rijke familie in Hilversum, de man bedoel ik, niet de sportwagen. Ik schrijf ook nadrukkelijk ‘man’ omdat ik mezelf nog als een jongen zag.

De verloving ( met ringen geloof ik) hield niet lang stand. Ze begon haar interesse te tonen voor de jongen. Voor mij was ze nooit een meisje, maar een volwassen vrouw. Terwijl ik nog in de schoolklas zat, was zij als verpleegster aan het werk in een gesticht, in de buurt van Zutphen. Groot Graffel heette het.
Ze leidde mij er eens rond: ik herinner me een grote slaapzaal met aan weerszijden bedden en veel verwarde ouderen. Ze droeg een enorme sleutelbos op haar heup.

Aan de Houtmarkt mijn eerste nacht met haar. Een inwijding.
Een succes was het niet. Ik deed erg mijn best mijn onervarenheid te verbergen.
Ze stuurde me ‘s ochtends boos naar de praktijk van haar huisarts om de morning-afterpil te halen.

Alles aan die verkering imponeerde me.
De jongen en de vrouw. Haar smaak, haar humor, haar grilligheid, haar onbetrouwbaarheid. Knal oranje henna haar, Indiajurken, patchouli, rode Libanon.

Superfly van Curtis Mayfield. Bowie’s Ziggy.
Negen maanden duurde het. Kort daarna trouwde ze met een collega.

Ik was op haar bruiloft in Zutphen. Bijna iedereen was stoned. Ze kreeg ruzie met de giechelende bruidegom en ik was verguld dat ze die dag bij mij haar hart uitstortte tijdens een wandeling langs de IJsselkade.
Een eerste liefde. Een milde vorm van trauma. Je herinnert je de ervaring, diep weggezakt onder lagen van bewustzijn.

Afbeelding