Koudste dag

Er zijn records die nooit meer verbeterd hoeven te worden. Dan denk ik niet aan elk nieuw record bij een atletiekwedstrijd. Telkens denk ik: sneller kan niet en dan gaat het toch weer sneller. Ik denk meteen aan het kouderecord in ons land van -27,4 graden. Uitgerekend in Winterswijk werd die temperatuur gemeten.

Ik moet het altijd even opzoeken, want dat soort absurde cijfers heb ik nooit paraat. Ik geef toe dat ik veel min of meer nutteloze feiten in mijn hoofd heb, al geef ik er de voorkeur aan er het woord algemene kennis voor te gebruiken. Bij de Slimste Mens weet ik altijd veel, maar ik denk mee vanuit mijn veilige woonkamer. Maar getallen, behalve een enkel jaartal, en records is helemaal niets voor mij. Waar ik ook geen enkele waarde aan hecht is of iets in Winterswijk is gebeurd. Waardering is niet afhankelijk van de plek waar iets heeft plaats gevonden.

Soms zou ik wensen dat het helemaal niet in Winterswijk is gebeurd. Dat geldt voor mijn geboorte, want ik was liever in Tessin in Zwitserland ter wereld gekomen. Dat geldt zeker voor die koudste dag op 27 januari 1942, ik heb het opgezocht. Ik wens iedereen deze week plezier bij het onthullen van een monumentje ter herinnering aan meester Jaap Langendijk, die er voor koos bij die kou niet binnen te blijven, maar de laagste temperatuur ooit in ons land gemeten af te lezen.

Had die dat maar in Dokkum gedaan, een veel toepasselijkere plaats voor zo’n weerrecord. Dan had ik er niet zo vaak aan herinnerd hoeven te worden. Overal waar ik tijdens mijn leven elders kwam was het raak. “Winterswijk? Dat is toch die plaats van het koudste moment.” Oh ja, reageer ik dan, tijdens de derde ijstijd is het er veel kouder geweest. Liever had ik gehad dat ze mijn woonplaats in verband hadden gebracht met het Wooldseveen en de Muggenhoek, met Gerrit Komrij, met die rode gemeente van weleer, de frikandel van Willy Hillen en desnoods met de Steengroeve, en vooruit ik zeg het een keer, dat prachtige immateriële erfgoed dat bloemencorso heet. Helaas altijd weer die ellendige koudste dag.

De reden is dat ik niet van kou kan genieten. Vroeger kon ik het verdragen, tegenwoordig heb ik er een uitgesproken hekel aan. Ik mag dan volgens mijn voornaam zo sterk zijn als een beer, die winterslaap is me niet gegeven. Daardoor is alles wat betrekking heeft op kou een gruwel. Houd eindelijk op over die koudste dag. Ik hoop oprecht dat het na deze week definitief is afgelopen. Er is één troost voor al die koudedwepers. Er is geduld voor nodig, maar ooit komt er een koudere dag. We hebben nog een vijfde ijstijd tegoed.