Ben en Els Lieverdink wonen al sinds 1983 met veel plezier in de Julianastraat. Foto: Lineke Voltman
Ben en Els Lieverdink wonen al sinds 1983 met veel plezier in de Julianastraat. Foto: Lineke Voltman

Cottagehuizen aan Julianastraat en Haitsma Mulierweg 100 jaar geleden gebouwd

Algemeen

WINTERSWIJK –Het merendeel van de huizen in Winterswijk heeft een pannendak maar er zijn ook huizen met een rieten dak. Tien daarvan staan aan de Julianastraat en de Haitsma Mulierweg, die dit jaar 100 jaar geleden zijn gebouwd.

Door Lineke Voltman

Het echtpaar Ben en Els Lieverdink bewoont sinds 1983 een van de huizen aan de Julianastraat. Het zijn allemaal twee-onder-een-kap woningen, gebouwd in de stijl van de Engelse cottage huizen met onder andere oorspronkelijk kamer en suite en een rieten dak. Ben was en is nog steeds als bouwkundige en eigenaar van een van de huizen nogal geïnteresseerd in de geschiedenis van deze huizen en heeft veel speurwerk verricht om achter de gegevens van de bouw te komen. “Ik heb kopieën van het bestek gevonden maar ook verslagen van de gemeenteraad van januari 1920 waarin staat waarom en hoe deze huizen gebouwd zijn.

Rijkssubsidie
Enkele jaren na het einde van de Eerste Wereldoorlog stelde het rijk subsidies beschikbaar voor woningbouw. Dat was een forse subsidie met de bepaling dat ook de gemeente een (kleiner) deel voor haar rekening nam. Bij het toekennen van de subsidie gold dat de huizen verhuurd moesten worden en dat de gemeente ze pas na 15 jaar mocht verkopen wat ook eind jaren dertig gebeurd is. In het verslag van de raadsvergadering van 27 januari 1920 staat beschreven dat de gemeente opdracht geeft voor de bouw van tien middenstandswoningen ‘aan de pas aangekochte grond aan den Groenloschenweg’ waar in 1920 is begonnen met de bouw van de Rijks Landbouwwinterschool. Ik denk dat dit de enige keer is geweest dat de gemeente huizen heeft laten bouwen, normaal gebeurde dit door de woningbouwvereniging.”

87.200 gulden
Lieverdink: “Aan de nieuw aangelegde Julianastraat werden zes huizen gebouwd van het type B en aan de Haitsma Mulierweg vier van type A die net iets groter waren. De huizen zijn getekend door architect de heer Meijer en gebouwd door aannemer Ten Haken, voor een totaalbedrag van 87.200 gulden. In de gemeenteraadsvergadering van 8 november 1920 worden de namen van de huurders vastgesteld, waarbij uiteraard gekeken wordt naar het inkomen. Zo is het volgende te lezen in het verslag: ‘De bewoners dienen 1/8 deel van hun verdienste te betalen aan huur,’. Eén raadslid is het daarmee niet eens: ‘de bewoners van de Scholtenenk moeten 1/8 deel betalen, een ongerechtvaardige bevoordeeling, de bewoners van de Middenstandswoningen kunnen beter 1/7 betalen dan bewoners van de Scholtenenk.’

Uiteindelijk stelt de gemeenteraad in die vergadering de huurprijzen vast. De type A woningen worden verhuurd voor 550 gulden per jaar, voor de type B woningen betaalt men 450 gulden per jaar. Door de komst van de Rijks Landbouwwinterschool worden in de beginjaren de huizen ook vaak verhuurd aan leraren van die school.”

Afgekeurde straatklinkers
Lieverdink: “Opmerkelijk is dat de huizen gebouwd zijn met afgekeurde straatklinkers van de oude steenbakkerij van Te Siepe. De huizen hebben geen dakgoot en straatklinkers zijn zo hard dat het water er niet intrekt. Voor die tijd zijn de huizen ‘modern’ gebouwd met onder andere spouwmuren, een eigen waterleiding met een waterpomp en de toiletten waren aangesloten via rioleringsbuizen op een septic tank. Vijf tot tien jaar later werd er een nieuwe riolering aangelegd. Eerst had men gasverlichting en eind jaren ‘20 van de vorige eeuw deed de elektriciteit zijn intrede.”

De rieten daken zijn kenmerkend voor Engelse cottage huizen. “Qua onderhoud is me het erg meegevallen,” aldus Lieverdink. “Wij hebben het een keer vernieuwd, daarvoor was het nog nooit gebeurd. Nadeel is dat je er geen zonnepanelen op kunt leggen en je dus andere manieren moet verzinnen om te besparen op energie.” 

Volgens Lieverdink is het een fijne buurt om te wonen. “De meeste mensen wonen er al tientallen jaren, sommigen zelfs meer dan 50 jaar. Je woont hier prachtig, het is een rustige buurt met veel groen aan de overkant van de straat. Uiteraard hebben de meeste huizen wel de nodige aanpassingen ondergaan maar altijd met oog voor de oorspronkelijke stijl. Het aanzien van onze straat is in die 100 jaar heel weinig veranderd, dat blijkt ook uit foto’s van toen en nu.”

Tenslotte merkt Lieverdink nog op dat in de Tweede Wereldoorlog de namen van straten met koningshuisnamen niet meer zo genoemd mochten worden en werd de Julianastraat omgedoopt tot Radiostraat en kreeg de Wilhelminastraat de naam Tricotstraat.