Een bankje aan de Grote Veldweg. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Een bankje aan de Grote Veldweg. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Aan de Grote Veldweg

De wereld verandert voortdurend. Dat geldt ook voor Winterswijk. Soms gaan veranderingen geleidelijk en dan vallen ze nauwelijks op. Soms gaan ze abrupt en snel, maar zijn ze weldra vergeten door jongere generaties. Dat er ooit een groot heideveld tussen Corle en de Bekendelle lag zullen weinigen meer weten.

Op een bankje in Corle besef ik dat wel, want ik bekijk graag historische kaarten. Alleen de naam herinnert er nog aan. Grote Veld betekent groot heideveld en het was een van de grootste heidevelden. In Corle was dat heidegebied aan het eind van de 19de eeuw vrij smal. Het zat ingeklemd tussen goor en oude hoevenlandschap. Na de Misterweg werd het steeds breder.

De heide liep tot aan de oever van de Bekendelle. Aan de andere kant van de Boven Slinge lag al een beekbos. Aan het begin van de 2oste eeuw werd de hoge oever ingeplant met naaldbos. De heide van het Grote Veld werd in de jaren 20 en 30 in een snel tempo ontgonnen. Rond 1940 was het bos en landbouwgrond geworden.

Vanaf het bankje zie ik ander landschap. Het is redelijk open. In de verte zie ik bossen, houtwallen en bosstroken. Daarnaast Obelink met daarachter de oude vuilnisbelt. Industrielandschap, want het is ontstaan dankzij kleiwinning voor de baksteenindustrie. Dat industrielandschap wordt verder uitgebreid. Tegenover Obelink tussen de Misterweg en de Bessinkgoorweg zal in fasen een nieuw bedrijventerrein worden ontwikkeld. Burgemeester en wethouders hebben dat besloten.

In de toekomst zal ik vanaf het bankje geen blokkendozen zien. Het nieuwe bedrijventerrein zal goed zijn ingepast in het landschap. Voor mijn neus is een deel van het Grote Veld natuur geworden, want er is nog altijd het plan voor een ecologische verbindingszone van behoorlijke breedte tussen Bekendelle en Korenburgerveen. Ik heb zo’n vermoeden dat de bedrijven er eerder zullen zijn dan de natuur.

Deze veranderingen zullen geleidelijk gaan. Toch gaan ze steeds vaker te snel voor mij. Ik troost me daarom even met een lijsterbes naast het bankje. Toch weet ik dat de bebouwde kom zich verder uitbreidt, recreatieterreinen groter worden en dat er steeds meer nieuwe woningen worden gebouwd in het buitengebied. Hoe lang kunnen we hier mee door gaan? Tasten we de kwaliteit van ons waardevolle cultuurlandschap niet te veel aan? Zijn er grenzen aan de groei in Winterswijk?

De troost van de lijsterbes. Foto: Bernhard Harfsterkamp