Een echte supporter

Al vaker heb ik gezegd, dat ik in mijn jeugd voetbalde bij Fortuna, een van de clubs die later deel werd van de FC Trias. Ik kon goed voetballen, al werd dat door weinig anderen opgemerkt. Ik zal mezelf zeker geen miskend talent noemen, ik kon in ieder geval aan een bal effect geven. Daardoor ging die met fraai boogje richting doel.

Gelukkig was er in mijn jeugd niet veel voetbal op de televisie. Daardoor bleef het overzichtelijk. De wedstrijden voor de Europacup waren eens in de twee weken op tv. Daardoor was er geen overdaad en verheugde ik me intens op een wedstrijd. De eerste concrete herinneringen zijn aan de finale in 1970. Feyenoord werd de eerste Nederlandse winnaar. Ik herinner me voetballers uit dat elftal nog goed. Ik leerde al meteen dat je een k voor een i in het Zweeds als sj uitsprak. Dat leerde de commentator Herman Kuiphof. De eerste liefde voor de Zweedse taal was er en nog altijd verbeter ik voetbalcommentatoren als ze een Scandinavische naam niet goed uitspreken. Ove Kindvall, spreek uit Oeve Sjindvall, zal ik daarom altijd herinneren.

Een echte fan of een supporter was ik niet. Ik hoefde niet naar de Kuip. Ik droeg geen shirt met de naam Van Hanegem. Ik was liefhebber van mooi voetbal, een speciale voorkeur voor een club had ik niet. Ik keek zelfs naar Ajax.. Er zijn wel clubs, waar ik nooit wat mee had. De Graafschap heeft nooit enige betekenis voor me gehad. Een echte Winterswijker heeft niets met Doetinchem.

Zaterdag was ik bezoek bij een echte supporter. Feyenoord was alles voor hem en dat kon me niet ontgaan. Overal zag ik Feyenoord. Alleen op de barbecue op zijn terras zat het logo met de bekende F niet. Dat zal een vergissing zijn geweest. Zijn slaapkamer heb ik niet bezichtigd, toch heb ik een sterk vermoeden wat ik daar had kunnen zien. Hij had zelfs een kunstwerk, waarin de “laatste winnaar van een Europacup in Nederland” was vereeuwigd. Het was met een bijzondere techniek gemaakt.

Een echte Feyenoord-supporter zijn is een zwaar bestaan. Zo mag je nooit naar Amsterdam. Je noemt zelfs die naam niet. Het is 020 en dat is al erg genoeg om te zeggen. Naar Ajax kijk je nooit en je hoopt altijd dat die club verliest. Als je in een winkel artikelen aantreft die met Ajax te maken hebben, zorg je dat ze onzichtbaar worden voor klanten. Dan ben ik toch maar liever liefhebber, voor wie een mooie actie van een willekeurige speler voldoende is.