Hoop, middel tegen doemdenken

Er is veel, heel veel om ons zorgen over te maken. De grote vraagstukken van onze tijd geven velen stress. Corona scoort nog steeds hoog; langzaam dringt het door, dat we met haar moeten leren leven. Aan sommige gevolgen raken we gewend, zoals het geen handen schudden, maar als we dan weer horen van een doodzieke bekende, blijft dat schrikken. En dat we vooral ‘bang’ moeten zijn voor wie ons lief zijn, is een rare gewaarwording, een inbreuk op ons gevoel van veiligheid.

Maar er is meer; de hitte op vele plekken op aarde, de overstromingen ook in eigen land, de branden die zomaar ontstaan: als vooral gevolgen van de klimaatverandering, beginnen velen te vrezen voor wat ons nog te wachten staat. We willen zorgeloos dansen en vrolijk zijn, maar het begint te lijken op ‘dansen op de vulkanen’.

En er is nog meer: stikstof-verstikking, spanningen tussen landen… en al deze zorgen kunnen gepaard gaan met onze ‘kleine’ zorgen, die voor elk van ons heel groot kunnen zijn: ziekte, gemis, een kind dat verdriet heeft, een ouder die tobt met gezondheid.

Hoe houden we de hoop levend? Want voor we het weten vervallen we in ‘doemdenken’: alles gaat verkeerd, het einde van de wereld nadert…

Ik maak me ook zorgen, maar ik wil toch graag leven vanuit HOOP. Al zo vaak was de wereld in crisis en werd het leven bedreigd. De geschiedenis kent vele donkere bladzijden, maar ik blijf geloven in liefde die wint, de hoop die leven zal brengen, geloof in toekomst, een kind dat ons voorgaat. Tenslotte een gedicht van Emily Dickinson, een medicijn tegen doemdenken:

‘Hoop’ is dat ding met veertjes,
dat neerstrijkt in de ziel;
het zingt een liedje zonder woorden,
maar stoppen doet het niet – en nooit.
Zacht klinkt het, ook in harde wind.
En zelfs de stormen lukt het niet
te laten zwijgen het vogeltje
dat aan zo velen warmte biedt.
Ik hoorde het in kille landen
en op de vreemdste verre zee.
Toch eiste het, zelfs in hoogste nood,
niet één klein kruimeltje van mij.