Een van de vele bankjes in 't Woold. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Een van de vele bankjes in 't Woold. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Bij een bloeiend knollenveld

We leven in een tijd van overdrijving. Die gedachte komt in me op als ik op een bankje zit aan een naamloos weggetje in ’t Woold. In een bosje dichtbij roept een buizerd. Dat deed die al toen ik er langs fietste. Er gebeurde niets.

Soms krijg ik door die gewoonte te overdrijven de indruk, dat er overal buizerds vliegen die passanten aanvallen. De enkele keer dat het gebeurt zijn er meteen overal berichten dat een agressieve buizerd een hardloper heeft aangevallen. Zelfs de benaming terrorbuizerd wordt gebruikt. Aanvallen is het verkeerde woord. Als de buizerd al iets doet, verdedigt de roofvogel het nest met eieren of jongen. Agressief is daarbij een misplaatst woord. 

Voor het bankje strekt zich een akker uit met bloeiende knollen. Het zijn bloemen van gepote aardappels, die zich ondergronds vermeerderen, zodat er later dit jaar aardappels kunnen worden geoogst. De aardappel behoort tot de nachtschadefamilie. Inheems zijn zwarte nachtschade en bitterzoet. Aardappel, tomaat, paprika en aubergine zijn de familieleden waarvan wij delen eten. De familie bestaat bekend om zijn giftigheid, maar vreemd genoeg zijn van sommige soorten de vruchten wel eetbaar, als ze tenminste rijp en niet meer groen zijn.

Van de aardappel zijn de bovengrondse delen giftig. Die laten we afsterven, voordat er geoogst wordt. Daarbij wordt een handje geholpen. Het loof wordt losgemaakt van de knol of met gif gedood. De laatste jaren zie ik meer aardappelvelden. Als ze bloeien is zo’n veld even aantrekkelijk, maar daarvoor en daarna is het net zo saai als maïs. Het grote verschil is dat de aardappel laag blijft, waardoor het omringende landschap zichtbaar blijft.

Daarom kan ik vanaf het bankje in de nabijheid van Oude Bocholtsebaan en Hijinkhoekweg in de verte boerderij Holthuis zien liggen, naamgever van de Holthuisweg. Daarvoor een graanveld, waarvan het graan snelgeoogst wordt. Het is te ver weg om de soort te zien, maar de kruising van tarwe en rogge, triticale, is het meest gebruikelijk. Ik zie echter ook weer meer rogge en gerst. 

Op de overgang naar het aardappelveld staan bomen. Langer geleden zal het een complete houtwal zijn geweest. Vanaf het bankje heb ik nu wel een goede indruk van alle elementen, waardoor het landschap van Winterswijk zo aantrekkelijk is. Hoge bomen langs de wegen, akkers, weilanden, een bosje, alleenstaande bomen midden in het aardappelveld, houtsingel en houtwal. Het is hier allemaal aanwezig. Alleen de beek ontbreekt..

De bomengroep aan de rand van het aardappelveld. Foto: Bernhard Harfsterkamp