Illustratie: Marc Weikamp
Illustratie: Marc Weikamp

Voor Erica Meiland was dit thuis

ACHTERHOEK - In Boeren, Burgers en Buitenlui spreken we met inheems, import en idealist over hoe het leven in de Achterhoek is. We evalueren en fantaseren en Marc Weikamp zal illustreren, omdat de regio er is om te eren. Zelfs als je ‘m verlaat. Deze week een gesprek met Erica Meiland, ze werd geboren in Hengelo Overijssel en verhuisde afgelopen zomer naar Hengelo Gelderland.

Door Eva Schuurman

Het erf is minstens zo zonnig als op de dag dat ze hier kwamen, de grasmat ligt klaar voor een laatste rondje op de zitmaaier en op het shirt van de gastvrouw is toepasselijk ‘C’est la vie’ te lezen. Want soms is het niet anders, soms kom je met de oostenwind naar de Achterhoek en moet je bij tegenwind naar iets anders opzoek. “We vonden hier wat we in Frankrijk ook hadden”, zegt Erica Meiland “de ruimte, het groen en de rust. We hadden helemaal geen zin om in het westen van Nederland te gaan zitten, die overgang was te groot.” Met een Friese moeder en een Groningse vader was Erica de platte tongval wel gewend. “Martien zei liever niet dat ie de mensen hier soms niet verstond, maar ik kon ze altijd verstaan.”

We gaan zitten op de enige plek waar geen verhuischaos heerst; buiten, onder de lage dakgoten. Waar ik met mijn rug haast tegen het huisje van Erica aanleun. Kleindochter Claire staat zo geruisloos als ze zoet is ineens naast me. “Ik ben Eva” zeg ik, “ik kom wat schrijven over opa en oma.” “Ik kan nog niet schrijven”, zegt ze “ik kan kleuren.” En ik moet denken aan hoe haar familie onze huiskamer kleurt. “Hebben jullie wel door wat jullie de mensen geven?”, vraag ik. “Ze schijnen weer ouderwets met het gezin voor de televisie te zitten”, antwoordt Erica. Zelf kijkt ze ter ontspanning in bed een spannende serie, in haar ‘kabouterhuisje’. “Ik hou juist van klein, dit huisje was perfect voor mij, met al die ronde raampjes. Ik heb gewoon al mijn dingetjes aan de bestaande schroefjes opgehangen, ik heb er niks aan hoeven doen.”

'Ik heb

mijn moeder

gevraagd

waarom we

vroeger nooit

hierheen

gingen met

vakantie'


Dochter Montana sleept ondertussen met een parasolvoet langs ons heen en haar vriend Dirk stelt dat de buitenlucht goed werkt tegen hoofdpijn. “Het was erg gezellig gisteravond”, antwoordt Montana terwijl ze doorpakt. “Montana is meer zoals ik”, zegt Erica lachend. “Zo van ‘we gaan dit en dat aanpakken’ en die andere twee staan dan heel hysterisch te doen en wij staan dan ondertussen de boel te regelen. Maar het is een goeie combi bij elkaar, als er eentje uit zou vallen dan zou het een stuk minder worden.”

De heer des huizes steekt zijn hoofd om de hoek, zijn typische “Goeiemorgen” klinkt bekend in de oren. Of Erica nog koffiebonen heeft, het antwoord is ontkennend. “Dan heb ik een probleem.” Dus parkeert Martien dit weekend nog eenmaal zijn auto op de beste plek van de parkeerplaats bij de supermarkt; achteraan links. Straks wonen ze dichtbevolkt. “In Noordwijk krijgen we een parkeerkaartje, maar dan krijg je ook een landkaart mee. Want daar mag het wel en daar mag het niet, dat ding moet je dan in je auto leggen anders heb je weer een boete.”

Erica heeft er nog geen beeld bij. “Misschien kun je ook teveel verhuizen.” Ze kan zich de eerste keer nog heugen. “Het is mijn eerste herinnering, ik was drie en zat in de vrachtwagen met een beer op schoot.” De dierenliefhebster neemt ‘m denkbeeldig weer in de armen en onderwijl snuffelt hond Bijoux in mijn tas. “Binnenkort komt Bommel ook weer terug, we zetten ‘m misschien op een zuil ofzo. Anders gaan die andere twee snuffelen en bijten. Het was zo’n mooie lieve hond die er ook helemaal niks aan kon doen. Er zijn zoveel jassen en broeken gescheurd. Hij was vreselijk om mee om te gaan, maar het was ook zo’n goedzak.”

Haar woorden doen me denken aan mijn entree op het erf; slechts vriendelijk geblaf, zonder paniek. “Was het voor de buren niet gek dat ze niet achterom konden komen? Dat zijn de mensen hier gewend”, zeg ik. “Het kon wel, gewoon hierachter over het hekje. Maar dat heeft nooit iemand gedaan gelukkig.” Ook belde er eens een buurman aan voor interieuradvies, hij was overigens niet de enige. “Ik ken het kleurnummer van de blauwe verf in Martien zijn woonkamer uit mijn hoofd, en dat terwijl het eigenlijk veel te kobalt is geworden.”

In Noordwijk zijn de muren nog wit, ze kunnen er zo in. Al lijkt het nog onwerkelijk, dit nieuw begin. “Bij elk huis ben je met je hele ziel en zaligheid bezig, bij dit huis heb ik dat nog niet. Het kan best zijn dat ik het met een week heel fijn vind. Het is natuurlijk wel een bijzondere plek, zo dicht bij de zee.” Toch blijft de Achterhoek het mooist volgens Erica: “Ik heb mijn moeder gevraagd waarom we vroeger nooit hierheen gingen met vakantie.” Erica Meiland is precies zoals op televisie, nuchter en positief. Ze lacht aanstekelijk en spreekt lief: “Het is niet zo dat we zeggen: “Nou die Achterhoek, het was een domper en nou is het klaar. Nee, ik kijk hier heel goed op terug, ik hoop dat ik het niet teveel ga missen.”

Ik verlaat het terrein via de zijpoort, de hondjes trippelen mee. Ik hoop dat Erica snel weer het gevoel van thuis vindt, want dat gun ik haar. Ook hoop ik dat ze dit leest en dan denkt: “Het klopt helemaal”, zoals ze dat soms kan hebben als Martien een blad meeneemt waarop ze de voorkant sieren. “Als het klopt dan gaat het blad dicht en stop ik het in zo’n hele grote tas. Dus ooit als ik heel oud ben, ga ik leuk plakboeken maken.”

Ondanks dat ik niks nodig had, ben ik naar de supermarkt gegaan en heb heel lang glunderend op de beste parkeerplek gestaan.


Bent u of kent u een geschikte kandidaat voor deze rubriek? Meld dit dan bij redactie@achterhoeknieuws.nl