Bekendelle

Hoewel ik denk een grote woordenschat te bezitten, kom ik regelmatig een woord tegen dat vragen bij me oproept. Olifantenpaadjes is zo’n woord. Komen hier olifanten die paadjes maken voor? Gezien de omvang van dit zoogdier zal het bij regelmatig gebruik eerder een breed pad zijn. Toch worden paadjes die wandelaars zelf creëren in bos of natuur zo genoemd.

Waarom zoeken we het zo ver weg? Allerlei zoogdieren maken smalle sporen door een bos, die ze vaker gebruiken. Die sporen vallen wandelaar soms op en die denkt dat het een pad is, maar dat valt al snel tegen. Tegenwoordig maken mensen steeds vaker deze reeënpaadjes zelf. Tegenwoordig? In de Bekendelle is het van alle tijden. Ik kom er inmiddels meer dan 50 jaar en ik weet niet beter. En ja, ook ik maakte van die kruip door sluip door paadjes.

Zijn er nu meer in het mooiste beekbos van Nederland? Is het er drukker dan ooit? Ik weet het niet, in de Bekendelle is het altijd druk geweest op zon- en feestdagen en door de week rond de middag, wanneer de hond een wandeling nodig had. Op andere tijdstippen kom ik er slechts een enkeling tegen. Op zondagen is de Bekendelle van oudsher een populair bos voor een zondagse wandeling.
In mijn jeugd gingen we zelfs met de hele familie naar het beekbos. Ergens een mooi plekje op de oever uitzoeken en picknicken. En natuurlijk pootjebaden en zelfs zwemmen, want hier en daar was de beek dieper. Of met van die slingers van fietsenbanden als Tarzan over de beek heen slingeren. De oevers beschadigden we toen op enkele plekken ook al. Een geheime hut heb ik er ook nog een tijdlang gehad.
De drukte in Bekendelle is nu blijkbaar groter dan ooit en er moeten daarom weer eens maatregelen getroffen worden. Delen van het gebied worden daarom afgesloten, hier en daar worden paden verlegd. Geleiding en zonering van recreatie wordt dat genoemd. Ik ben er niet tegen, maar ik vraag me af of je in een gebied als Bekendelle na zovele jaren nog de gewoontes van de wandelaar kunt veranderen.
Ik ontken niet dat er geen sporen van recreatie zijn te zien. Wel is het overdreven de recreant als hoofdschuldige voor de achteruitgang van natuurkwaliteit aan te wijzen. Uiteraard zijn er recreanten, die een ramp voor elke natuur zijn. Toch zijn het vooral andere factoren die hebben bijgedragen aan de achteruitgang. De kwaliteit van het beekwater, inmiddels wel weer sterk verbeterd, de verdroging van bos en omliggende gebied en ongelukkige keuzes in het beheer, allemaal te wijten aan de mens, hebben meer invloed gehad dan de recreant. Laat die rustig wandelen, zodat het draagvlak voor natuurbehoud goed blijft.