Bij de Kleine Beek
Laat ik toch even het Aalbrinkbos in lopen, dacht ik terwijl ik bij een bankje langs de weg nabij de kern van Kotten stond. Even verderop is de ingang van het bos. Het werd een mooie wandeling langs de kronkelende Kleine Beek. Halverwege trof ik een fraai authentiek bankje aan.
De Kleine Beek is de bovenloop van de Osink-Bemerbeek. Beide beekjes ontspringen in Duitsland. De Bemerbeek achter de Italiaanse Meertjes. De Osinkbeek bij het Burloer-Vardingholter veen. Als het veen in natte perioden overloopt stroomt er bruin veenwater in. Vervolgens stroomt de beek langs het Nonneven in de richting van het Osink. Langs de Burloerweg komen beide beken bij elkaar en is de naam Kleine Beek geworden.
Bij het bankje is de beek al veel breder geworden. Het water stroomt snel en staat hoger dan gewoonlijk. Het heeft immers veel geregend. Het beekdal is diep ingesneden. Er zijn weinig plekken in Winterswijk waar je zo goed een beekdal ziet. Hier en daar raakt de beek de hoog gelegen aangrenzende landbouwgrond. Daar is de oever versterkt met puin om te voorkomen dat landbouwgrond afkalft.
De Kleine Beek stroomt honderd meter verder op in de Grote Beek, zoals de Boven-Slinge soms wordt genoemd. Uiteindelijk komen alle kleinere beken in Winterswijk in één van de twee hoofdlopen, de Boven-Slinge en de Groenslose Slinge. De eerste komt buiten Winterswijk uit in de Oude IJssel. De tweede in de Berkel. Daarom had je 25 jaar geleden hier nog de Waterschappen van de Berkel en die van de Oude IJssel.
Het Aalbrinkbos ligt tegen Kotten aan en is een wandelgebied. Er komt tuinafval in terecht. Waarom groeit hier anders daslook. Het is nog een kleine groeiplaats. Lang kan die er nog niet zijn. Of … zou iemand die er bewust neer hebben gezet. Daslook is familie van de ui, maar bloeit mooier. De verwantschap met knoflook is duidelijk. Als je de bladeren kneust of fijn snijdt ruik je dat. Daarom gebruik ik de daslook uit mijn tuin in salades.
In een tuin hoort daslook thuis, niet hier. In ons land is die "wild” in Zuid Limburg en in de duinen. Daarbuiten heeft de mens een handje geholpen. Nadeel van daslook is dat zo'n groeiplaats snel groter wordt. Over tien jaar bedekt de plant tientallen vierkante meters in het voorjaar. Daarna sterft die af en zie je daslook niet meer tot de volgende lente. Intussen zijn andere voorjaarsbloeiers, die hier thuis horen, weg geconcurreerd. Willen we dat?
