Kleiner wonen

Iedereen die ouder wordt zal er een enkele keer over nadenken. Moet ik kleiner gaan wonen? Ook ik vraag me dat af. In dit huis woonden ooit vele mensen en nu verblijf ik er alleen. Er zijn kamers in dit huis, die ik dit jaar nog niet hebt bezocht. Wanneer was ik voor het laatst op zolder? Ik kan me het niet meer herinneren.

Als ik eerlijk ben zijn er niet meer dan vijf ruimtes waar ik regelmatig vertoef: de achterkamer, de slaapkamer, de keuken, de badkamer en het toilet. Dat betekent dat ik van meer dan de helft van het huis zelden gebruik maak. Oh, die helft heeft zijn nut, want naarmate ik ouder werd heb ik steeds meer om me heen verzameld.

In de eerste jaren van mijn leven waren in dit huis meer gezinnen gevestigd. Mijn peetoom woonde er met zijn vrouw. Mijn vader woonde er met zijn moeder. Later trok mijn moeder er bij in en weldra was ik er. Boven had Hermien uit Winschoten haar kamers. Ze was verpleegster, zoals we dat toen nog noemden. Met z’n allen moesten ze het doen met één toilet en één keuken. Zo’n 60 jaar geleden had je nog niet veel keuze.

Mijn verschijnen zal de andere bewoners geholpen hebben toch een andere keuze te maken. Al vroeg had ik veel ruimte nodig en dat liet ik graag luidkeels weten. Bovendien dijde ons gezin uit. Drie zussen en een broer volgden. Dat huis kon niet meer gedeeld worden. Maar zoals dat gaat, kinderen verlaten het huis en er komen kamers vrij. Daarom keerde ik na een verblijf van vijf jaar elders terug. Ik trok in bij mijn ouders in en maakte van de bovenverdieping mijn appartement.

Kort geleden was kleiner wonen onbespreekbaar, nu schiet het voortdurend door mijn gedachten. Ik gun anderen een prachtig groot huis en ik kan in de mij resterende jaren misschien wel in zo’n veredeld kippenhok gaan wonen. Tiny houses noemen ze dat tegenwoordig, want een term als mini-huizen of dwergwoningen bekt niet lekker. Misschien heb ik er twee nodig, want van al mijn boeken, lp’s en cd’s kan ik nog geen afstand doen.

Nog liever heb ik twee van die bouwsels op wielen. Dan koop ik zo’n oude tractor er bij en kan ik met enige regelmaat op een andere plek gaan staan. Die reuzencamper’s, die meer op een vrachtwagen lijken dan op het verbouwde Volkswagenbusje van weleer, mogen tegenwoordig toch ook overal staan? Dan kan ik er met mijn huisjes ook nog wel bij. Daarom verkondig ik nu dat ik mijn fraaie woning graag ruil. Wie heeft er trekker met twee van die ruime aanhangers? Kan ik eindelijk gaan trekken.