Enerzijds ziet Hans de tegenstroom ontstaan. Anderzijds slaat het verval toe. De dichter zet als bemoediging haiku’s in.

Troostmachine

het veld kleurendoof
keert langzaam terug van de
gifgele schreden

het vanggewas vangt
mineralen, rogge en
gras bemesten groen

herinneringslaan
werkt op klinkplek klevenhorst
troostsessie verlicht

echter even maar
de tekstrobot neemt de hof
klaarblijkelijk waar

de bolletjeskers
in het toetsbordtuinieren
als bolletjesplant

op de kaart zetten
woekering van jeukwoorden
krabben helpt niet meer

de ketenpartners
shovelen sensibellen
uit zijn denksysteem

zuurstofsnorretje
snort lustig klanknabootsend
daarna voor een prik

kijkt gevaccineerd
de tijd geen trouwe partner
meer is en minder

staat, maar wegglijdend
van even naar eeuwigheid
de inkt vloeit een traan

mijn liefste in het
gedicht toelaten, dan toch
de hoop op een kier?