Bosje tulpen

Er zijn mensen die ’s nachts in een weerwolf veranderen, er zijn er die dan in een ander soort monster veranderen. Onvermoede verlangens en krachten komen boven. Opeens is er de aandrang om tulpen uit een bloembak van de gemeente te rukken en rondom op de grond te gooien. Opeens ben je sterk genoeg om een stabiel bankje uit de fundamenten te duwen.

Was dit een droom? Heb ik teveel naar series als de Games of Thrones gekeken, waarin hoofdrolspelers de vreemdste krachten kunnen bezitten. Van gewoon mens in een merkwaardig wezen veranderen is in die wereld gewoon. Bij mijn ochtendwandeling rondom de Tricot en door het Willinkplantsoen was ik misschien niet goed wakker. Ik zag die tulpen en dat bankje en wreef door mijn ogen. Dit is niet echt, zei ik tegen me zelf en liep snel door.

Bij de koffie keek ik op Twitter voor de laatste nieuwtjes en zag ik dat ik mezelf voor de gek had proberen te houden. Twitter toonde foto’s van de vernielingen. Vandalisme wordt dan altijd gezegd. Op deze plek wil ik toch een keer bezwaar maken. Vandalen waren Germanen, die in de vijfde eeuw een keer Rome hebben geplunderd. Na veel gedoe met de Romeinen hadden ze er een keer genoeg van. Verder waren ze een vredelievend volk.

Zullen we voortaan andere woorden gebruiken? Mensen die tijdelijk iemand worden die niet meer nadenken. Misschien is hersenlozen een goede aanduiding. Ach, we zijn allemaal jong geweest, hoor ik nu meteen zeggen. Of: er is momenteel niets voor die jongeren, ze vervelen zich. Als je je verveelt mag je blijkbaar even hersenloos worden. Wie zegt trouwens dat het jongeren waren?

Ook ik heb dingen vernield. Ik beken het nu meteen. Heel lang geleden stonden bij de Technische school, achter de afdeling autotechniek, vele autoruiten buiten uitgestald in een smal gangetje. Mijn vriend en ik hadden gehoord dat autoruiten als ze kapot gaan in honderden scherfjes uiteen vallen. Wij vonden het leuk om dat uit te proberen. Daar ging de eerste ruit en het bleek waar te zijn. Om zeker te weten dat het geen toevalstreffer was smeten we meer ruiten kapot. Ze versplinterden allemaal.

De schaamte kwam snel. Hoe had ik het ooit kunnen doen? Nooit heb ik dit iemand verteld. Het lucht me daarom op dat ik hier publiekelijk mijn bekentenis kan doen. Alsnog bied ik mijn excuses aan voor deze hersenloze daad. Ik hoop dat de tulpenrukkers dat eerder doen. Het meest kwalijk neem ik ze dat ze die tulpen overal neer gooiden. Ze hadden er toch een bosje voor hun moeder of oma van kunnen maken? Oh wat mooi, was er dan de volgende dag gezegd, waarna de schaamte vanzelf was gekomen.