Een aftakelend bankje. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Een aftakelend bankje. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Een bankje in verval

Vaak heb ik in de nabijheid mijn fiets neergezet om daarna een wandeling in het Tenkinkbos te maken. Het bankje bij de ingang van dit pad is me nooit opgevallen. Het kan zijn dat ik er geen herinnering aan heb. Dat ik het nu zag is bijzonder, want veel is er niet van over.

Bankjes gaan en komen. Niet zelden stonden verdwenen bankjes op prachtige plekken in ons landschap. Dat ze geleidelijk aftakelen en opgaan in de omgeving, zodat je ze nauwelijks meer ziet, komt niet vaak voor. Op dit bankje kan ik alleen nog met moeite zitten. De planken waarop je kunt zitten zijn verdwenen. Daarom ga ik op één van de twee betonnen delen zitten waarop zit- en rugplanken waren vastgemaakt. Overeind komen valt daarna niet mee, want ik zat erg dichtbij de grond.

Bij het opstaan durfde ik geen steun te zoeken bij de rugleuning, want ik was bang dwars door de rotte planken heen te drukken. Het zal niet lang meer duren voordat er alleen nog de twee betondelen zichtbaar zijn. Die zullen het langer volhouden en zullen langzaam opgaan in zich ontwikkelend struweel. Het is mooi dat de natuur zo goed menselijke sporen aan het gezicht kan onttrekken.

Vanaf het beton zie ik dat de mens in deze omgeving alom tegenwoordig is. Rechts in de verte zie ik scholtenboerderij Hesselink, waarin woningen zijn te vinden van Estinea voor mensen met een beperking. Kijk ik over mijn rechterschouder achter me, dan zie ik scholtenboerderij Tenkink. Ik ben hier in misschien wel het mooiste deel van het kleinschalige landschap van Winterswijk. Hoewel kleinschalig? Hier liggen grote bossen met bijzondere flora en fauna. Daartussen kleine weilanden, die midden in het bos liggen. En dan is er ook nog de Ratumsebeek die door het Tenkinkbos stroomt.

Het hoeft niet verbazen dat ik hier vaak lange wandelingen over beide scholtengoederen maakte. Ik kan ook van het kleine genieten, zoals al het bloeiende hondsdraf voor me. Als ik boven me kijk zie ik bloeiende zoete kers. Achter me staat inderdaad een niet al te oude boom. Deze kers is altijd goed herkenbaar aan het donkerbruine schors met de dwarsstreepjes. De zoete kers komt meestal in de tweede week van april in bloei. De bloemen zijn zelden langer dan twee weken te zien. Omdat nu de temperatuur relatief laag is, houden ze het langer vol. Na de eerste bloeiers zoals de sleedoorn, krentenboompje en de zoete kers komen er weldra meer bomen en struiken met witte bloemen in bloei. We komen ze de komende weken tegen.

Scholtengoed Hesselink in de verte. Foto: Bernhard Harfsterkamp