Het Korenburgerveen is voor een klein deel opengesteld. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het Korenburgerveen is voor een klein deel opengesteld. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Korenburgerveen herstelt zich ondanks hoge stikstofbelasting

LTO Noord pleit voor andere aanpak

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – De maatregelen die zijn uitgevoerd om het Korenburgerveen natter te maken hebben geleid tot het gewenste natuurherstel. Landbouworganisatie LTO Noord vindt dit opvallend, want de stikstofbelasting van het natuurgebied is nog steeds hoog. Blijkbaar heeft die stikstof in het Winterswijkse veengebied minder nadelige effecten dan werd aangenomen. Daarom roept de LTO de beleidsmakers in Den Haag op om niet meer alleen naar stikstof te kijken bij het beleid.

Aftakelend hoogveen
LTO Noord doet de oproep naar aanleiding van een rapport van de ecoloog Bart Smeets. In opdracht van de landbouworganisatie heeft hij diverse rapporten van de Provincie Gelderland en Natuurmonumenten geanalyseerd. Daarin is de voortgang en het resultaat van de vernattingsmaatregelen weergegeven. Het Korenburgerveen is grotendeels bezit van de Vereniging Natuurmonumenten. Een klein deel is eigendom van de Stichting Marke Vragenderveen, meer dan 50 jaar gelden opgericht door boeren, die een deel van het hoogveen in bezit hadden. Het Korenburgerveen droogde steeds verder uit, waardoor sprake was van een aftakelend hoogveen. Met de vernattingsmaatregelen werd 20 jaar geleden al begonnen op kleine schaal. Op grotere schaal zijn de laatste vijftien jaar veel werkzaamheden uitgevoerd. Er zijn damwanden aangebracht om het water beter vast te houden. Er zijn berken gekapt, die mede bijdroegen aan de verdroging van het veen doordat ze in de zomer te veel water gebruiken.

Bufferzones ingericht
Ook in de bufferzone rondom het veen is veel gedaan. Dat begon al ruim 20 jaar geleden toen in het gebied aangrenzend aan het Vragenderveen nieuwe natuur werd ontwikkeld. Die is in beheer van de boeren van de Marke. Deels werd daarbij de voedselrijke bovenlaag van landbouwpercelen verwijderd, waardoor zich daar gemakkelijker bloemrijke blauwgraslanden konden ontwikkelen. Ook langs het westelijk deel van het veen, bekend als Meddoseveen werd op vele plekken die bovenlaag verwijderd. Op dit moment worden veel werkzaamheden in de randzone van het veen uitgevoerd. De Schaarsbeek, die door het veen stroomt en dat ontwatert, is verlegd. Ook daar wordt van vele percelen de voedselrijke bovenlaag verwijderd. Het resultaat van alle inspanningen is dat het hoogveen zich herstelt en er meer ruimte is voor natte natuur. Ecoloog Smeets concludeert dat er weliswaar sprake is van een hoge stikstofbelasting, maar dat door de gerichte herstelmaatregelen het nadelige effect minimaal is.

Gebiedsgerichte aanpak
Voor de LTO Noord is dit reden om voor een andere aanpak van de stikstofproblematiek te kiezen. Omdat de maatregelen in en bij het Korenburgerveen ook tot stand zijn gekomen met medewerking van de boeren, pleit de landbouworganisatie voor een gebiedsgerichte aanpak met betrokkenheid van de landbouw, waarbij niet alleen eenzijdig naar stikstof maar breder wordt gekeken. De stikstofaanpak van de landelijke overheid zou bovendien teveel gebaseerd zijn op theoretische modellen, terwijl het in de praktijk in Winterswijk anders lijkt uit te pakken.

Gebiedsgerichte
aanpak met
betrokkenheid
van de
landbouw


Voor de CDA-Tweede Kamerleden Jaco Geurts en Derek Boswijk is dit reden om vragen te stellen aan de minister van landbouw, Carola Schouten. Zij vragen Schouten welke conclusie zij trekt uit “dat door gerichte hydrologische herstelmaatregelen het effect van de depositie van stikstof in het Korenburgerveen geminimaliseerd wordt en er in het gebied sprake is van een gunstige ontwikkeling.” Zij vragen ook of dit gevolgen heeft voor de aanpak in andere Natura2000 gebieden. Moet daar misschien veel meer ingezet worden op vernatting en een gebiedsgerichte aanpak?

Niet alleen naar Natura2000 gebieden kijken
Udo Hassefras, gebiedsmanager Achterhoek voor Natuurmonumenten, erkent dat het goed gaat met het herstel van het hoogveen in Winterswijk. Onderdeel van het herstelplan is dat de blauwgraslanden zich geleidelijk aan verplaatsen naar de randzone, omdat het veen zelf te nat en te zuur wordt voor deze orchideeënrijke graslanden.
“We praten dan over een periode van 50 jaar of langer.” Voor een goede ontwikkeling daarvan is de stikstofneerslag te hoog. Teveel stikstof betekent bovendien dat er veel en vaker beheer en onderhoud nodig zal blijven, zegt Hassefras.
Tegen een gebiedsgerichte aanpak heeft Hassefras geen bezwaar. Daar wordt in Winterswijk dankzij de stichting Waardevol Cultuurlandschap al volop aan gewerkt. Daarbij staat de stikstof niet centraal, maar wat alle betrokkenen kunnen en willen doen aan herstel van natuur en landschap.
Hassefras wijst erop dat er niet alleen vier Natura2000gebieden aanwezig zijn in dat landschap, maar dat er ook nog veel te doen is aan natuurherstel in het kleinschalige boerenland. Vernatting helpt daarbij, en een verlaging van de stikstofuitstoot. Gedeputeerde Peter Drenth gaf eerder al aan ruimte te willen geven aan de gebiedsgerichte aanpak in het Nationaal Landschap Winterswijk.

Met Meddoseveen, onderdeel van het Korenburgerveen. Foto: Bernhard Harfsterkamp