Geduld

Wat is ons oriëntatiepunt? Zo schreef ik in mijn eerste column. Toen nog niet wetende, dat we een jaar in deze coronacrisis zouden verkeren en allerlei maatregelen ons zouden beperken.

Het duurt al zo lang nu. Ik weet niet hoe het u en jou vergaat, maar er zijn momenten dat ik uitkijk naar het moment dat alles weer ‘normaal’ is. Tegelijkertijd vraag ik me af of dat ooit weer zo zal zijn.

En dan komen er andere vragen: Hoe houden we het vol? Wat houdt ons gaande?

Ik hoef niet te benoemen wat we allemaal missen. Ieder van ons mist het contact, de ontmoeting met de ander, dat informele, het spontane, het gezellige… We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.

Ik zal de enige niet zijn, die af en toe even diep moet zuchten of een flinke wandeling moet maken om het hoofd leeg te maken. Nu lijkt het alsof ik hopeloos en moedeloos ben geworden, zo is het niet. Toch vraag ik me af wat houdt mij gaande…

Het woord ‘geduld’ komt in mij op. Geduld is het vermogen te wachten. Het is vasthouden in vertrouwen dat het goed komt. In de bijbel staan verhalen over God en mensen. Verhalen over zoeken en vinden, waarin geduld ook een rol speelt. Verhalen met een perspectief, dat er toekomst is. Of juist alles bij elkaar: geloof, hoop en liefde. Die bekende drieslag waarin we ons met elkaar verbonden weten.

Met elkaar, maar ook verbonden met God en de ander.

Dat blijft een uitdaging, een zoektocht om het door de verhalen heen te lezen en waardoor ik het vol kan houden en het mij gaande houdt. Dat hoeven niet alleen bijbelse verhalen te zijn, het zijn ook de verhalen van nu, waarin het leven klinkt. Leven in het vertrouwen dat het goed komt, is ook weten, dat je niet alleen bent.

hebben, is een oefening, steeds weer opnieuw, elke dag weer.