Windmolens bij Aalten/Lichtenvoorde. Foto: PR
Windmolens bij Aalten/Lichtenvoorde. Foto: PR

Gemeenten zetten in op zon-, en windenergie

Kritieken komen los; niet altijd draagvlak voor zonnevelden

Door Clemens Bielen

ACHTERHOEK - De Achterhoekse gemeenten hebben zich in het ‘Akkoord van Groenlo’ tot doel gesteld om in 2030 energieneutraal te zijn: de hoeveelheid opgewekte energie en verbruikte energie zijn dan in balans. Bij het opmaken van deze balans worden het verkeer en de productieve processen buiten beschouwing gelaten. Voor wat betreft de opwekking van energie, wordt er door gemeenten grootschalig ingezet op windenergie en zonne-energie om de gestelde doelen te bereiken. Achterhoek Nieuws kijkt aan de hand van enkele voorbeelden in de Achterhoek naar knelpunten, die zich kunnen voordoen bij zonneparken als het gaat om draagvlak, biodiversiteit en het plaatsen van panelen op bedrijven.

Bij de uitvoering stuitten de gemeenten al snel op de tegenstelling tussen publiek belang en individueel belang. Zo zijn er tegenstanders die niet tegen een windmolen of zonneveld aan willen kijken. Meestal worden andere argumenten gebruikt. Windmolens op land zouden niet rendabel genoeg zijn en bedrijven en woningen moesten eerst maar worden vol gelegd met zonnepanelen, alvorens daar kostbare landbouw- en natuurgrond voor te gebruiken.

Of deze bezwaren weggezet kunnen worden als puur individueel belang, is de vraag. Ook uit verschillende onderzoeken blijkt dat het verstandig is om kritischer te kijken naar het ingezette beleid. Er zou veel meer ingezet moeten worden op het plaatsen van zonnepanelen op bedrijven; het draagvlak zou moeten worden vergroot door zorgvuldiger handelen van de gemeenten, de subsidies zouden anders kunnen worden ingezet en bij de inrichting van zonnevelden zou veel meer aandacht moeten worden besteed aan biodiversiteit.

Het blijft niet bij kritieken; er is ook nieuwe wetgeving in de maak. Gaan de gemeenten inspelen op de nieuwe wetgeving?

Draagvlak
Op het gemeentehuis van Oude IJsselstreek in Gendringen werd door Stichting Behoud Kemnade en Waalse Water en de Stichting Leven met de aarde, een onderzoek aangeboden aan wethouders Ria Ankersmit en Janine Kock. De stichtingen boden een onderzoeksrapport aan naar draagvlak en betrokkenheid bij zonnevelden in Etten, en komen na een uitgevoerde enquête onder omwonenden tot de conclusie dat er geen draagvlak bestaat voor het aanleggen van zonnevelden.

In een nota van beantwoording van de gemeente valt te lezen: “Er zijn tegen zonneveld ‘Rafelder’ vier zienswijzen van twee personen binnengekomen. Dat weerspreekt de stelling dat er geen draagvlak is voor zonnepanelen in het agrarische – en natuurlandschap.”

Deze patstelling wordt nog ingewikkelder doordat de gemeente alleen mensen binnen een straal van 400 meter van het te ontwikkelen zonnepark als betrokkenen ziet, terwijl de beide stichtingen alle inwoners - in een vroeg stadium - bij het proces willen betrekken.

Janine Kock: “Na een tussentijdse evaluatie hebben we een verbeteringsslag doorgevoerd op de informatie die we vanuit de gemeente nu standaard meegeven. Initiatiefnemers moeten de omwonenden informeren voordat zij een verzoek indienen bij de gemeente.”

Volgens de beide Stichtingen worden de bezwaren van de omwonenden niet weggenomen door het bieden van een financieel gunstige participatie.

Zowel de gemeente Winterswijk als de gemeente Oude IJsselstreek laten de initiatieven aan de ondernemers over. Janine Kock: “Wij werken met uitnodigingsplanologie niet met aanwijsplekken.”

De gemeenten houden vast aan de kaders die er zijn gesteld door de klimaattafels en energietafels.

Maar volgens Leo van der Stelt van ‘Leven met de Aarde’ zijn lokale groeperingen, die kritisch stonden tegenover zonnepanelen in het landschap, zoals onder andere LTO en de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, van de klimaat- en energietafels afgehouden als ‘klimaatsceptici.’

Het kabinet heeft een onafhankelijke adviescommissie onder leiding van voormalig nationaal ombudsman professor Alex Brenninkmeijer ingesteld om te onderzoeken hoe burgers beter kunnen worden betrokken bij het klimaatbeleid.

Solarpark ‘De kwekerij’ in Hengelo (Gld.) hoogste waardering biodiversiteit
Bij een onderzoek van de Universiteit Wageningen naar biodiversiteit van zonneparken, kregen 22 van de 25 parken het predicaat ‘gemiste kans’. Het zonnepark in de gemeente Bronckhorst kreeg de beste score en is een goed voorbeeld voor de rest van Nederland. Opmerkelijk, gezien het feit dat op het moment van de ontwikkeling (2012) nog maar één zonnepark in Nederland in gebruik was. Ook opvallend is dat er geen enkel bezwaar tegen het zonnepark is binnengekomen.

Volgens Erik Mol, beleidsmedewerker duurzaamheid van de gemeente Bronckhorst, zijn omwonenden al vanaf het prille begin bij het plan betrokken. De investeringsmaatschappijen zijn niet louter gericht op het maken van zoveel mogelijk winst, maar hebben oog voor de toekomstige generaties. Mol: “Vanaf het begin zijn wij open en transparant geweest en is samengewerkt met een buurtafvaardiging en een klankbordgroep. De zonnepanelen staan wat verder uit elkaar en er is veel aandacht besteed aan koppelfuncties. In het park, omgeven door een meidoornhaag, zijn wadi’s (bufferings- en infiltratievoorziening. red.) aangelegd voor de opvang van hemelwater en het park is toegankelijk voor recreatie. Er is gedacht aan bes-dragende struiken voor de vogels en voor de beplanting is uitgegaan van de bestaande zandgronden. Het kleinschalige zonnepark (2,5 ha) past enigszins bij het coulisselandschap.”

Het zonnepark heeft een voorbeeldfunctie en krijgt vele bezoekers van gemeenten, provincies en organisaties om inspiratie op te doen. Het beheer van het park is in handen van de buurtbewoners. In ruil daarvoor mogen ze het park gebruiken voor activiteiten.

De toon is gezet door een ‘pionier’, maar ondanks de aantrekkelijke subsidie, die veel buitenlandse investeerders heeft gelokt, heeft dit niet geleid tot investeren in hogere biodiversiteit.

De Zonneladder
Het kabinet is met provincies en gemeenten een voorkeursvolgorde overeengekomen, die gehanteerd zal worden bij het toestaan van nieuwe zonneparken. Deze voorkeursvolgorde, de zogenoemde zonneladder, voorziet in het ontzien van landbouw- en natuurgronden en het stimuleren van zonnepanelen op daken. Land- en tuinbouworganisatie LTO en natuurorganisatie Natuurmonumenten willen een consequente toepassing van de zonneladder, die nu nog te vrijblijvend is. Maar een motie in deze strekking van Moorlag (PvdA) haalde geen meerderheid in de Kamer.

Volgens de beide organisaties zijn nog lang niet alle daken benut en zijn er ook nog genoeg onaantrekkelijke of braakliggende terreinen, die geschikt zijn voor de aanleg van zonneparken. Rudi Haarman (LTO): “Er kunnen nog veel meer zonnepanelen op daken, als de overheid daar maar meer op stuurt. Het subsidiesysteem zou daar meer op moeten worden toegesneden.

Zonnepanelen op bedrijfsdaken
Tijdens het politiek café vanuit de koppelkerk in Bredevoort werd het nog terloops genoemd: ‘Slechts 10 procent van de daken die geschikt zijn voor zonnepanelen wordt op dit ogenblik benut.’
Er is wetgeving in de maak om de gemeenten vanaf 2022 de mogelijkheid te bieden bedrijven te verplichten zonnepanelen op bestaande daken te laten plaatsen.

Vooralsnog lijkt de nieuwe wetgeving niet omarmd te worden door de gemeenten. Volgens Janine Kock, Erik Mol en wethouder Tineke Zomer van de gemeente Winterswijk is het vol leggen van bedrijfsdaken absoluut ontoereikend om de energiedoelen te bereiken. Kock: “Voor nieuwe gebouwen is de wetgeving voor de hand liggend, maar voor bestaande bedrijven is het maatwerk.” Niet alle daken zijn volgens de wethouders geschikt qua constructie of ligging en de verzekeringsmaatschappijen vragen hogere premies wegens brandgevaar.

Erik Mol (gem. Bronckhorst): “In onze gemeente zijn alle daken die daarvoor geschikt zijn, belegd met zonnepanelen. Maar dat is lang niet genoeg.”
Zomer: “De verplichting van zonnepanelen op nieuwe gebouwen bestaat in Winterswijk al.”

Critici vragen zich af of de forse subsidies, die nu naar de zonnevelden gaan, niet beter voor een deel aangewend kunnen worden om daken van bestaande en nieuwe bedrijven geschikt te maken voor zonnepanelen, zodat eerst alle mogelijkheden benut worden op bestaande bouw, alvorens kostbare landbouw- en natuurgronden te gebruiken.

Rooskleurige voorstelling
Tineke Zomer, wethouder in Winterswijk, is wat betreft de opwekking van schone energie bijna volledig aangewezen op zonnepanelen. De gemeenteraad heeft in 2018 besloten dat er tot 2023 geen windmolens op gemeentegrond geplaatst mogen worden. Zomer wil niet vooruitlopen op de situatie na het aflopen van het moratorium.

Zij gaat niet mee in de suggestie om de subsidie van de zonnevelden te verminderen ten gunste van subsidie op het plaatsen van zonnepanelen op bedrijven. “Als je alles op postzegeltjesformaat doet, komen we er nooit, vandaar dat we moeten inzetten op grootschaligheid, ook omdat we geen verrommeling van het landschap willen. Uit een inventarisatie, die we enkele jaren geleden hebben gemaakt, is gebleken dat maar 30 procent van de daken op huizen en bedrijven geschikt is voor zonnepanelen, niet alleen wegens de constructie maar ook vanwege de ligging. Monumentale gebouwen komen ook niet in aanmerking. Het is veel te rooskleurig voorgesteld, dat de energiedoelen te halen zouden zijn zonder zonnevelden.”

Een klein zonnepark bij Vreden. Foto: Clemens Bielen
Overhandiging bij het gemeentehuis in Gendringen. Van li naar re: Ria Ankersmit, Janine Kock, Lies Visscher en Leo van der Stelt. Foto: PR
De Winterswijkse wethouder Tineke Zomer. Foto: PR