Een bankje langs de Bocholtse Baan nabij de Puls. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Een bankje langs de Bocholtse Baan nabij de Puls. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Op de verkeerde plek

Heeft mijn geheugen mij bedrogen? Ik wist zeker dat er een bankje stond langs de Boven-Slinge bij de houten brug in de Bocholtse Baan. Na voorzichtig fietsen in de sneeuw kwam ik er aan en zag geen bankje. Ik kon nog de plaats aanwijzen waar het gestaan moet hebben.

Wat dan? Langs de Bocholtse Baan staan meer bankjes. Ik hoefde maar iets terug te gaan richting Winterswijk om de eerste aan te treffen. Daar ging ik even op zitten, niet lang, want het zitdeel was nog erg koud. Dan kun je beter gaan staan en de omgeving in je opnemen: achter me de Puls, voor me een hek met erachter het Strandbad met het opvallende houten paviljoen.

Dat Strandbad had een rol gespeeld in mijn verhaal vanaf het bankje bij de beek. Ook op deze plek kan ik dat vertellen. In de jaren 70 van de vorige eeuw bezocht ik regelmatig het openluchtzwembad. Daar had ik leren zwemmen. ‘s Morgens iets na zevenen het koude water in. Alleen al als ik er aan denk, begin ik al te rillen.

De entreeprijs was niet hoog, maar het was de tijd dat ik het met vijf gulden zakgeld per week moest doen. Dan is het fijner om gratis te zwemmen. Samen met mijn beste vriend zetten we onze fietsen aan de andere kant van de Boven-Slinge neer in een bosrand van wat nu het landgoed Schot Scheepers heet. De zwembroek hadden we thuis al aangetrokken. We kleedden ons uit en met een pakketje kleren boven het hoofd gingen we naar de beek en liepen er door heen.

Bij de watermolen van Den Helder wordt de Boven-Slinge opgestuwd, zodat die zeker tot aan de Bocholtse Baan daardoor meer water bevat en dieper is. Niet diep genoeg om er niet door heen te kunnen waden. Aan de andere kant klommen we de oever op en bereikten we door bosjes het Strandbad. Betrapt werden we niet. Hoe vaak we dit deden? Dat herinner ik me niet meer. Niet al te vaak, want daarvoor was ik toch een te nette jongen. Als ik iets deed wat niet mocht, voelde ik me daarna altijd een beetje schuldig.

In de verte zie ik dat er bevroren water staat in het zwembad. Ik zie zelfs mensen schaatsen. Op zondag lag er nog overal ijs. De een vertelde me dat hij had geschaatst op een blusvijver. Van een ander, die met haar man en twee kleine kinderen het bankje passeerde, hoorde ik dat ze naar een bevroren slootje op het landgoed gingen. Iedereen leek wel te schaatsen de afgelopen dagen, ik dacht aan zwemmen.

Het paviljoen van het Strandbad achter het hek. Foto: Bernhard Harfsterkamp