Vragen over vroeger
Meestal weet mijn vader niet wat hij als verjaardagscadeau wil hebben. Maar laatst wél: het boek ‘Bewaar de herinnering: peuter, puber en provo in de jaren 50 en 60’ van Dolf Ruesink. Hij had er in Achterhoek Nieuws over gelezen en het leek hem wel wat. Geboren en getogen in Eibergen hoopte mijn vader jeugdherinneringen op te halen. Dat is gelukt - en hoe! Mijn vader was zo enthousiast dat ik het boek ook ben gaan lezen.
‘Bewaar de herinnering’ is een heel leuk, goed en interessant boek. In prachtig geïllustreerde hoofdstukjes beschrijft oud-journalist Dolf Ruesink het dagelijks leven in de jaren 50 en 60 met als decor zijn geboorteplaats Winterswijk. Van alles komt langs: Electro, Arendsoog, de zesdaagse werkweek, televisie kijken bij de buren, verzuiling, een schoolreisje naar dierentuin Tropisch Oosten in Silvolde, gelatinepudding, de vliegenstrip, Blauwe Engel-treinen, de Rijks HBS in Winterswijk, rokende huisartsen, de opinies van mr. G.B.J. Hilterman, speldjes- en sigarenbandjesverzamelingen, nozems, Sjef van Oekel, noem maar op. Ruesink beschrijft het allemaal op een vlotte en humoristische manier.
Voor mij, geboren in 1974, leverde het boek flink wat eyeopeners op. Ook maakten de alledaagse voorbeelden abstracte historische ontwikkelingen waar ik tijdens de geschiedenisles op school wel eens wat over had gehoord concreet. Verder viel me op dat er in het verleden noodgedwongen allerlei oplossingen en voorzieningen waren die we tegenwoordig als ‘duurzaam’ of ‘klimaatvriendelijk’ zouden aanprijzen. Neem eten uit de moestuin, spelen met zelfgemaakt speelgoed en vakantie vieren in eigen land. En de leesportefeuille en diepvriescoöperatie in het dorp waren goede voorbeelden van wat nu bekend staat als de ‘deeleconomie’. Om het in de woorden van Godfried Bomans te zeggen: ‘Er wordt nooit iets nieuws gezegd. Er wordt altijd iets nieuw gezegd.’
Het mooiste van het boek vond ik echter de gesprekken die eruit voortkwamen met mijn vader. Natuurlijk wist ik al het nodige uit zijn jeugd, maar tijdens het lezen kwamen er bij mij nieuwe vragen over vroeger op. Bezorgde de postbode bij jullie ook twee keer per dag post? Waar gingen jouw schoolreisjes eigenlijk naartoe? En wat aten jullie tussen de middag, ook ‘aardappelen, vlees en groente'? Veel van wat Dolf Ruesink beschreef was voor mijn vader herkenbaar en leidde tot allerlei mentale uitstapjes naar de Achterhoek in de jaren 50 en 60. Zo vertelde mijn vader over het weerbericht op dicteersnelheid op de radio, het gemeenschappelijk vrieshuis in Eibergen en dat je inderdaad ‘Alhier' schreef op ansichtkaarten die bezorgd moesten worden in de plaats van verzending.
Kortom: lees ‘Bewaar de herinnering’! Het levert niet alleen veel leesplezier op, maar is ook een leuke aanleiding voor het stellen van vragen over vroeger aan uw naasten.