Foto: Bernhard Harfsterkamp

Foto: Bernhard Harfsterkamp

Foto:

Verondiepen van de kleiput in Winterswijk stopt eerder

Nog wel nader onderzoek nodig voor afronding project

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – De gemeente Winterswijk stopt met de verondieping van de kleiput aan de Driemarkweg. Dit is het gevolg van de “Second Opinion herinrichtingsplan kleiput Winterswijk”, die is uitgevoerd na aanhoudende kritiek op het gebruik van licht verontreinigde in de kleiput van onder andere het Actiecomité Behoud Kleiput. De put wordt alleen nog afgewerkt met schone grond. Volgens wethouder Inge Klein Gunnewiek eindigen de werkzaamheden op zijn laatst in de winter van 2022.

Kleiput minder diep dan gedacht
Het bureau AKWA/B-Ware heeft een nader ecologisch onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van bodem en water in de kleiput. Vooraf was er vooral de angst dat de licht verontreinigde grond, hoewel die van het Waterschap Rijn en IJssel gestort mocht worden, toch een negatieve invloed heeft op de waterkwaliteit. In welke mate dit zo is, is nog steeds niet duidelijk. Het bureau constateert dat “de plas nog niet voldoet aan de ecologische voorwaarden van het gewenste watertype”. Ook als er minder grond in de kleiput wordt gestort is het vraag of dit zal lukken. Uit het onderzoek blijkt bovendien dat de plas veel minder diep is dan tot nu toe werd aangenomen. De plas is gemiddeld 4,7 meter diep. Dit kan beïnvloed zijn door drie droge jaren op rij en slibvorming in de kleiput. Daarnaast kan een rol spelen dat door de al gestorte grond de bodem al is afgevlakt.

Verondieping afronden met schone grond
“Er is nog wel nader onderzoek nodig”, zegt wethouder Klein Gunnenwiek. “Pas daarna weten we precies hoe we het project afronden.” Er zal alleen nog schone grond in de kleiput terecht komen om de licht verontreinigde grond af te dekken en om de oevers af te werken. Ook zijn er aanvullende maatregelen nodig om de gewenste waterkwaliteit te realiseren. Hoe dat precies moet is nog onduidelijk. Daarvoor is het nadeer onderzoek nodig. Dit gebeurt door middel van een systeemanalyse, waarmee de belangrijkste nutriëntenposten (de verschillende licht verontreinigende stoffen uit het gestorte materiaal) en hun invloed op sliblaag en oevers beter in kaart worden gebracht. Ook zal het effect van het afdekzand getest worden door experimenteel te vernatten. Pas na dit nadere onderzoek is duidelijk hoeveel zand er nog in de put komt en hoe een en ander wordt afgewerkt en hoeveel tijd dat nog kost. “We streven er naar om het in de winter van 2021 af te ronden”, zegt de wethouder, “Maar dat kan ook nog de winter van 2022 worden.” In januari zal over het vervolg met de omwonenden en het actiecomité gesproken worden.