Het bankje op de oude begraafplaats. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het bankje op de oude begraafplaats. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Op een kerkhof

Deze keer ben ik dichtbij gebleven. Op het oude kerkhof aan de Singelweg zit ik op een goudglanzend bankje. Het werd door ouderenorganisaties geschonken. Op deze begraafplaats kom ik vaker. Mij route bloeiende planten door het groene hart van Winterswijk kwam hier voorbij.

Ooit werden de doden begraven in en rondom de kerk. In Winterswijk was dat bij de Jacobskerk. Dat veranderde aan het begin van de 19de eeuw toen dat begraven in en bij de kerk niet meer hygiënisch werd gevonden. Voortaan werden de doden begraven buiten het centrum. In 1829 werd daarvoor de plek aan de rand van de Scholtenbrug uitgekozen. De doden werden hier begraven tot in 1908. Daarna werd het Algemene Kerkhof gesticht dat nog steeds aan de rand van het dorp ligt en nog groot genoeg is om nog vele jaren doden te begraven.

Ik kom graag op een begraafplaats. Er heerst altijd een serene sfeer. Dat is niet verwonderlijk, want er liggen mensen op hun laatste rustplaats. Bij een begraafplaats hoort rust, daar ga je niet luidruchtig picknicken, al is het egale gras tussen de graven geschikt. Een andere reden om op begraafplaatsen te komen is dat er allerlei aardige planten groeien. Extensief beheer is daarvoor een voorwaarde. Daarvan is hier sprake. Ik zie de voorzitter van de Vereniging Monumentenbelangen, die het onderhoud van deze oude begraafplaats heeft geadopteerd, soms op zo’n grasmaaiertje rondrijden. Ik denk niet dat hij er op uit is om elk grassprietje recht te leggen.

Bij de graven voor me heb ik op mijn knieën rondgekropen om plantjes op naam te brengen. Ik heb er mooie foto’s van het Maarts viooltje gemaakt, dat hier in het voorjaar bij diverse graven uitbundig bloeit. En waar zie je tegenwoordig nog konijnen? Nou, hier aan de rand van de Scholtenbrug. Monumentenbelangen is daar niet altijd blij mee, want die konijnen graven graag een hol onder die oude grafstenen. Wie op de begraafplaats rond loopt stuit ook op de geschiedenis van de 19de eeuw, toen de textielindustrie sterk in opkomst was en Winterswijk een spoorwegknooppunt werd. De namen van textielfabrikanten, bankiers, notarissen en andere hoge heren van het dorp komt je hier tegen op de grafstenen.

Er werden zeker wel eenvoudige Winterswijkers begraven, maar die hadden geen geld voor een grafzerk. Zij kregen een bordje met een nummer en zijn nu nog onzichtbaar aanwezig. Vanaf het bankje is het uitzicht fraai. Zeker op deze koude namiddag is dat van het oude dorpshart in de verte bijzonder.

Uitzicht op het hart van Winterswijk. Foto: Bernhard Harfsterkamp