Uitzicht

Mijn uitzicht is veranderd. Voor iemand die al bijna zijn hele leven in het huis woont, waarin hij geboren is, zijn veranderingen soms lastig. Zo ben ik al mijn hele leven gewend om vanuit het voorkamerraam de Jan Stienstraweg en in de verte de Balinkes te zien. Ook de rode beuk bij het makelaarskantoor, lang geleden de burgmeesterswoning, zag ik elke morgen als eerste.

De beuk zie ik nog altijd, zelfs vanuit mijn werktafel in de achterkamer, maar tegenwoordig staat er prominent een grote kei in beeld. Het is de voormalige grootste zwerfsteen van Nederland, die verplaatst werd vanaf de zijkant van het oude raadhuis naar een plek voor het voormalige postkantoor. De kei wordt het centrum van een waterpartij in het nieuwe Vrijheidspark, zoals de ruimte tussen raadhuis, oude postkantoor en het gebied richting Schoolstraat gaat heten.

Die steen is het symbool voor alle veranderingen die daar bij het raadhuis plaatvinden. Het is ook het definitieve einde van de vaste route naar mij kleuterschool en lagere school. Het mooist was de tijd dat de burgemeester nog in zijn woning verbleef. Als jongetje bleef ik altijd vijf minuten staan in de hoop hem even te zien. Over de veranderingen onderweg heb ik al eens geschreven, maar die gingen geleidelijk. Nu is in één keer de wereld van mijn schooljaren totaal op zijn kop gezet. Tante Riek krijgt alweer een andere plek. De fontein, waarin ik bij de opening kopje onder ging, is niet meer. Als ik voortaan nog eens nat wil worden moet ik zijn bij zo’n waterpartij, die in de plannen voor het nieuwe park is beschreven als het summum van de verfraaiing van dit gebied.

Door de werkzaamheden in het Vrijheidspark, kan ik al weken niet meer de kortste weg terug vanaf de supermarkt nemen. Daarover zal ik niet zoals vele Winterswijkers klagen. Op zich vind ik al die graaf- en bestratingsactiviteiten prachtig. Nog altijd heb ik goede herinneringen aan de tijd dat de Wilhelminastraat en later de Jan Stienstraweg er uit lagen. Die kregen nieuwe riolering en bestrating. Maar nu denk ik: had al dat gegraaf niet bijvoorbeeld achter het Weurden of op een nieuw bedrijventerrein kunnen plaatsvinden?

Vooral kan ik nog niet wennen aan die zwerfsteen, die terwijl ik nog maar half wakker ben, in mijn gezichtsveld verschijnt. Zit ik nog steeds opgesloten in een nare droom denk ik dan. Daarna knipper ik nog even goed met mijn ogen. De steen blijkt echter niet in Zuid-Zweden te staan, maar standvastig op Winterswijkse bodem. Daarom heb ik de luxaflex van het voorkamerraam laten zakken. Dan maar een scherm als ik wakker ben en in de kamer kom. Over een maand zal ik die weer omhoog halen om te kijken of ik het nieuwe uitzicht al verdraag.