‘Er gaat niets boven vriendelijkheid’, zei het paard. ‘Stilletjes overstijgt dat alles’

Het is een citaat uit het boek van Charlie Mackery, De jongen, de mol, de vos en het paard. Met mooie tekeningetjes en korte dialoogjes worden ons lieve dingen gezegd. Vaak lijken het vanzelfsprekendheden, zoals de titel boven dit stukje.

Afgelopen weken echter worden we getrakteerd op het tegenovergestelde: haat, woede, boosheid, het demoniseren van de ander. Het gaat dan al lang niet meer over vriendelijk samenwerken, ook al hebben we andere standpunten of (geloofs-)overtuigingen. ‘Wij’ wordt stevig gezet tegenover ‘Zij’. Het vuur van haat wordt aangewakkerd door de ander als gevaar te zien. Ik ben geschokt door de haat tussen Republikeinen en Democraten in de VS; door de haat van extremisten, die in naam van God anderen doden; door de woede van corona-ontkenners, die overal complotten in zien; door het racisme, maar ook door de oorlogen in Jemen en Nagorno-Karabach.

Boosheid en woede: ze worden gevoed als mensen zich niet gezien weten. De frustratie groeit, als je ontkend wordt, als je vanwege je kleur of geaardheid als minderwaardig wordt beschouwd; als je zelf elk dubbeltje moet omkeren, maar anderen in weelde met geld smijten, als je ouders vooral met de eigen gekwetstheden druk zijn.

Er is ook een andere woede; ik noem dat ‘Heilige woede’. In de bijbel ontsteekt Jezus in woede, als in de tempel er handel gedreven wordt: ‘Weg er mee, jullie maken een markt van het huis van mijn Vader’. God en liefde, vriendelijkheid en saamhorigheid zijn verdwenen; en dat wekt de woede van Hem op.

Heilige woede om alle onrecht; verdriet om mensen die lijden en tekort gedaan worden; zorg om de ander… ‘Maar we zijn minder bang als we samen zijn’, zo lees in het genoemde boek. Ik schrijf een pleidooi voor vriendelijkheid; terug naar de kleine gebaren van aardig zijn; ik denk dan aan alle mooie kleine uitingen van zorg en liefde in deze coronatijd: een meisje zingt voor oude mensen in een verpleeghuis; een kaart wordt gestuurd naar een zieke; de buurvrouw kookt een maaltijd voor wie het even te veel is…