In een groot retentiebekken
Het Grote Goor strekt zich uit van de Corleseweg tot aan de rand van Bredevoort. Er loopt een lange weg door, de Goordiek. De eerste helft is zandweg. Na het passeren van een dijkje wordt het een klinkerweg tot aan de gemeentegrens met Bredevoort. Het laatste stukje tot aan de volgende dijk is weer onverhard. Terwijl ik op een bankje zit vraag ik me opnieuw af waarom.
Vanaf het bankje kijk ik in de richting van de Boven-Slinge. Er achter ligt camping de Twee Bruggen. De maaipaden langs de beek zijn hier duidelijk verhoogd. Het lijken dijkjes. Achter me ligt de Slingeplas. Als je om die plas heen fietst zie je dat die ook omgeven is door dijkjes. De Schaarsbeek krijgt in de buurt van Bredevoort eveneens verhoogde oevers. Kortom, ik bevind me in een door dijkjes omgeven gebied. Het is een groot retentiebekken.
Retentie betekent vasthouden van water. Dit bekken is oorspronkelijk bedoeld om bij hoog water in de Boven-Slinge te voorkomen dat er in Bredevoort, waar de beek doorheen stroomt, wateroverlast ontstaat. Bij piekafvoeren die na hevige regenval vooral in de winter voorkwamen werd in de buurt van het bankje het overvloedige water het retentiebekken in geleid. Die regenpieken komen de laatste 20 jaar ook steeds vaker voor in de zomer, al zijn we dat na drie droge jaren misschien vergeten.
Dat vol lopen van het bekken bij piekafvoeren is de oorzaak dat hier de Grote Goorweg is beklinkerd. Zelf had ik dat verband nooit gelegd, maar nadat ik op Twitter mijn verwondering had uitgesproken reageerde Jurgen Hijink uit Bredevoort: “Dan blijft de weg begaanbaar wanneer de Slinge over de overstort gaat en het gebied blank zet.” In al die jaren dat ik hier kom, ook in de winter, heb ik dat bekken overigens nooit helemaal blank zien staan.
Bij piekafvoeren in de winter ben ik er vaak geweest. Het was altijd het eerste deel bij het bankje dat vol met water stond. Het inlaten van het beekwater leidde er toe dat direct achter de dijk een grote groeiplaats van de bosgeelster ontstond. Die geelster is een lelieachtige met stervormige gele bloemen, die vroeg in de lente bloeit. In de Bekendelle groeit dit bolgewas uitbundig. Bij hoogwater gaat de Boven-Slinge ook daar buiten de oever. Het snelstromende water neemt dan bolletjes van de bosgeelster mee. Aan de rand van het retentiebekken, waar het water tot rust komt, konden de bolletjes bezinken. Het was een wonderlijk gezicht al die bloeiende bosgeelster aan de rand van Bredevoort. Helaas is deze groeiplaats door slecht beheer inmiddels veel kleiner geworden.
