Langs de Deunkmolenweg
WINTERSWIJK – Winterswijk kent vele mooie zandwegen. De Deunkmolenweg, genoemd naar een verdwenen molen, is er een van. Komende vanuit ’t Woold ben je al snel in de Brinkheurne. Ongeveer halverwege passeer je de Borkense Baan en je eindigt in Kotten. Ik ben dan al op een bankje gaan zitten bij een bloemrijk graslandje.
Dat graslandje is de voortuin van een bewoner. Misschien is dat nog steeds de imker die hier woonde. Ik zie ook planten staan zoals de phacelia die zeer aantrekkelijk is voor bijen. Deze soort wordt daarom ook wel bijenbrood en bijenvriend genoemd. Oorspronkelijk komt de plant uit California. In ons land werd de soort oorspronkelijk gebruikt als groenbemester van akkers. Al snel werd duidelijk dat bijen er verzot op waren. Daarom is de phacelia vaak een van de soorten, die in akkerranden wordt ingezaaid. De bijenvriend verwildert gemakkelijk en kan rondom Winterswijk overal aangetroffen worden.
Achter en naast het bankje zijn meer soorten ingezaaid. Ik zie klaprozen, slaapmutsjes en korenbloemen. Enkele hebben afwijkende kleuren. Dat zie je vaker bij de zaadmengsels die op vele plekken steeds vaker worden gebruikt. Met de beste bedoelingen, want ze zijn doorgaans gunstig voor bijen, vlinders en andere insecten. Toch is er discussie ontstaan over het gebruik van die mengsels, die in vele variëteiten verkrijgbaar zijn. Zeker de mengsels met teveel soorten die eigenlijk alleen maar in een tuin thuis horen zie ik liever niet in het buitengebied in bermen en op andere plekken die je niet als tuin of akker kunt beschouwen.
Tegen het inzaaien van akkerranden ben ik niet. Het ene gewas, maïs, wordt dan deels vervangen door voedergewassen en groenbemesters als phacelia, rammenas, gele mosterd, boekweit en zonnebloemen. Met als voordeel dat insecten en later in het jaar vogels ervan profiteren. Voor een graanakker met naast korenbloem en klaproos ook meer andere “oude” akkerkruiden is het beter om alleen zaadmengsels te gebruiken die zorgvuldig zijn samengesteld en niet de pretpakketten.
Voor me passeert een trekker, die gemaaid gras met een cirkelkeerder bij elkaar brengt in ruggen hooi. Achter het grasland zie ik de contouren van de Borkense Baan. Tussen Deunkmolenweg en Meester Meinenweg is die bij de aanleg dwars door de esgronden gegraven. In de 19de eeuw ging aanleggen van spoorwegen recht toe recht aan. Of er nou vruchtbare esgronden lagen of een Korenburgerveen, de vooruitgang ging er recht doorheen.
