Dauwtrappen

Terwijl ik op Hemelvaartsdag door Henxel, Huppel en Meddo fietste werd ik zo nu en dan ingehaald door een groepje enthousiaste jongeren. Ook zag ik ze op bankjes zitten om te eten en te drinken. Aha, dacht ik, dauwtrappen bestaat nog.

Tijdens mijn middelbare schooltijd heb ik ook ik aan dauwtrappen gedaan. Met vrienden en vriendinnen fietste ik dan naar Lochem of het Montferland. Op de Lochemse Berg was er in die tijd het dauwtrappersfestival. Ik ben er nooit bij geweest, ook al hindert dat veel mensen niet om te zeggen dat ze bij dat eerste optreden van Normaal waren. Nou, ik niet, al heb ik ze misschien wel gehoord. Wij hadden geen kaartjes en hebben een half uurtje dichtbij het festivalterrein gestaan. Daarna zijn we verder gefietst.

Met het echte dauwtrappen begin je vroeg. Als de zon opkomt kun je nog op de dauw trappen. Later op de dag lukt dat niet meer. Slechts één keer heb ik aan het echte dauwtrappen gedaan. Dat was tijdens mij studententijd in Wageningen. Het was zoals wel vaker laat geworden. Meestal ga je dan als het licht wordt naar bed, dit keer gingen we dauwtrappen. We liepen door de nog natte uiterwaarden langs de Rijn naar de Grebbeberg bij Rhenen.

Om een uur of acht uur streken we daar op een terrasje neer, dat zowaar al open was. Na een flinke wandeling vonden wij het tijd voor een biertje. De ober fronste niet eens de wenkbrauwen toen hij de bestelling opnam. Een tweede biertje met een portie bitterballen was ook geen enkel probleem. De terugweg verliep moeizaam en dicht bij onze studentenkamers besloten we ook nog eens de weg af te korten door over een brede sloot te springen. Een te brede, want ik sprong er middenin.

Daaraan denkt deze oudere man dan als hij ingehaald wordt door de jeugd. Deze scholieren zouden vast en zeker verstandiger zijn. Die drinken zelfs later op de dag nog geen biertje op een terras, als dat terras tenminste al open was geweest. Toch hoort onbezonnenheid bij jeugd en ik gun ook de jeugd van tegenwoordig allerlei dwaze ingevingen, die door ouderen niet altijd worden begrepen. Ik verwonder me niet dat ze iets laconieker omgaan met de regels van het “nieuwe normaal”. Terwijl ik later langs ’t Hilgelo fietste zag ik dat het daar al behoorlijk druk aan het worden was. Niet alleen jong zijn leidt tot ondoordacht optreden. Zon en enige warmte doet dat ook. Echt warm vond ik het nog niet eens, velen dachten daar anders over. Die moesten hun lichaam ontbloten bij de waterplas. Ik bibber nog als ik er al aan denk.