Jelle Henk Hofstra (links) en Normen Hemmink voor de ingang van de IC in het SKB. Foto: Henri Walterbos
Jelle Henk Hofstra (links) en Normen Hemmink voor de ingang van de IC in het SKB. Foto: Henri Walterbos

SKB-specialisten aan bedden Coronapatiënten

Ook na de crisis solidair met elkaar blijven

Door Henri Walterbos

WINTERSWIJK - Met het afschalen van de reguliere zorg in Streekziekenhuis Koningin Beatrix stelden specialisten zich ogenblikkelijk beschikbaar voor ondersteuning op de Corona-afdeling en de Intensive Care. Onder hen Cardioloog Jelle Henk Hofstra, vanaf januari 2010 werkzaam in het SKB en Normen Hemmink, Physician Assistant Anesthesiologie, sinds 2001 in dienst van het SKB. Beiden vertellen over hun beweegredenen en ervaringen. "Het was al snel helder dat er afgeschaald ging worden in reguliere zorg," begint Jelle Henk direct over de afdeling Cardiologie. "Ik heb me samen met specialisten uit andere vakgebieden aangemeld om mee te helpen op de Intensive Care omdat de werkzaamheden daar toe gingen nemen voor de intensivisten. Daarna kwam de vraag ook nog uit het ziekenhuis zelf wie wat waar zou kunnen doen. Er kon ook gekozen worden om visites te lopen op de speciale Covidafdeling." "Voor mij hetzelfde verhaal," gaat Normen verder. "De geplande operaties werden afgeschaald om spullen te besparen, dat we voldoende tot onze beschikking zouden hebben op de plekken waar het het hardst nodig is. De vakgroep Anesthesiologie is al gedeeltelijk werkzaam op de IC. Ook als Intensivisten. Ik werd gevraagd ondersteuning te bieden. Met name voor hand en spandiensten en technische vaardigheden."

Afschalen
Het afschalen van de zorg op de eigen afdeling Cardiologie betekende niet dat van de een op andere dag deuren werden gesloten, de telefoon van de haak ging. "De mensen die bijvoorbeeld voor de reguliere controle zouden komen moesten afgezegd worden. Een deel van die afspraken hebben we alsnog telefonisch gedaan. Die patiënten hadden al een onderzoek, een labtest of een echo gehad. Dan laat je die uitslagen niet een half jaar liggen." De IC is eveneens geen onbekend terrein voor Jelle Henk. "De IC is normaal ook al onze hartbewakingsafdeling. Het is een gecombineerde IC/CCU-afdeling, dus al het personeel kende ik al. Dat is alleen maar een voordeel."

Toen via tv afschrikwekkende beelden van IC's in Italië en Brabant binnenkwamen was men in het SKB vooral bezig met voorbereiden op wat komen zou. Zo ook Normen. "Op de IC was het vooral zaken regelen, mensen scholen, zorgen dat de apparatuur tot de beschikking is, met name beademingsmachines. Daar moesten mensen mee werken die daar normaal niet mee werken. Mensen van de OK zijn hier werkzaam, van Anesthesie. Daarin kunnen ze elkaar ondersteunen en versterken. We wisten niet precies wat er op ons af zou komen. Het voelde een beetje alsof er ergens een hele donkere wolk hing die op ons af zou komen, maar waarvan je niet wist welk slecht weer eruit zou komen."

'We wisten
niet precies
wat er op
ons af
zou komen'


Jelle Henk; "Als je de schrikbeelden uit Italië voorbij ziet komen, dan heb je de eerste keer dat je met een patiënt in aanraking komt wel iets hebt van 'tja'. Dan kleed je je om en ga je voor het eerst naast een Covidpatiënt staan. Dan gaat er wel een beetje door je gedachten 'word ik nou ook geïnfecteerd?' Inmiddels is het al heel gewoon geworden, werk je al een tijdje met intensivisten samen, is het al een stukje dagelijkse routine. Het schrikbeeld vooraf ontstaat ook wel omdat het een totaal nieuw ziektebeeld is. Niemand wist hoe je het precies moest behandelen. Gaandeweg de weken wordt het steeds duidelijker hoe de behandeling gegeven moet worden." "Al doende leer je. Met elkaar," gaat Normen verder. "Het ziektebeeld verandert ook steeds een beetje, dus met elkaar verander je ook de behandelstrategie en de ondersteuning. Gezamenlijk leer je de ziekte kennen. Dat is nieuw natuurlijk, want over het algemeen zijn de ziektes die op je af komen bekend, weet je welke strategie er gevolgd moet worden. 'On the job', gezamenlijk, ga je kijken hoe je het het beste kunt doen. Wat ik daar persoonlijk in merk is leuk dat ook iedereen samen optrekt. Het hele ziekenhuis kent elkaar. We hebben erg korte lijnen, maar nu werk je ook nog eens een keer heel intensief samen. Buiten het feit dat het best wel een zware periode is, qua zorg voor patiënten, is het ook best wel heel erg gezellig met elkaar." Het is tot in elke uithoek van het ziekenhuis voelbaar dat de saamhorigheid en bevlogenheid groot is.

Ondergeschikt
"Ik ben geen intensivist, maar een intensivist light, een snic, specialist niet intensive care. Met elkaar zijn we de sniccers," lacht Jelle Henk. "Toch ben je complementair aan elkaar. Als er iets cardiologisch op deze afdeling is, dan hoeven ze niet te schakelen naar buiten de afdeling. Dan hebben ze mij gelijk beschikbaar, maar als intensive care arts blijf ik ondergeschikt aan intensivisten. Bij belangrijke vraagstukken doen we alles in overleg met de intensivist. Ook weer met elkaar, want we hebben verschillende overlegmomenten de gehele dag door. Omdat je van alle vakgebieden wat knowhow meeneemt, word je een mooi gemêleerde groep die toch wel heel veel kennis in huis heeft. Zeer leerzaam ook."

Ervaringen
De ervaringen zijn heftig. Normen hierover: "Over het algemeen herken je de ziektebeelden bij patiënten, weet je ongeveer wat het beloop zou kunnen zijn. Deze ziekte is heel onvoorspelbaar. Het kan heel plotseling een ander beloop hebben. Het rare is bijvoorbeeld dat mensen zich vaak niet heel benauwd voelen maar er ondertussen veel slechter aan toe zijn dan ze zelf in de gaten hebben." Evenals op de werkvloer zijn de mannen ook in het gesprek complementair aan elkaar. Jelle Henk: "Er zijn inderdaad periodes waarbij je denkt 'het gaat de goede kant op' en komt er ineens weer een verslechtering, een kentering, waardoor je toch ook uiteindelijk sommige mensen verliest. Gelukkig hebben we ook mensen die lang aan de beademing hebben gelegen die we de IC goed zien verlaten. Dat zijn mooie momenten. Je hebt ook verdrietige momenten, dat je toch echt moet zeggen 'dat gaat ons niet lukken'," eindigt Jelle Henk zijn zin met een ernstige blik.

Deze
ziekte is
heel onvoor spelbaar

Slecht nieuws gesprekken
Onderdeel van beider taken is het voeren van 'slecht nieuws gesprekken'. Jelle Henk: "Die gesprekken voeren we meestal met de familie, want de patiënten die het slecht doen zijn allen geïntubeerd. Daar kunnen we niet mee communiceren. We bellen elke dag met de familie. Als het echt heel slecht gaat dan nodigen we de familie uit om een gesprek te hebben. Als mensen hier heel lang liggen dan wordt zo nu en dan familie uitgenodigd om zelf bij de patiënt te kijken, maar zo weinig mogelijk, vanwege infectiegevaar." Een van de mogelijkheden voor de familie om hun geliefde naaste toch te zien is de optie beeldbellen. Niet altijd een aanrader, is Jelle Henk van mening. "Dan kunnen de mensen de patiënt zien, maar soms is het niet de goede keuze omdat patiënten er niet heel fijn bijliggen. Dat is heel confronterend, maar als ze dat heel graag willen, dan is die mogelijkheid er zeker. Het kan in een later stadium belangrijk zijn voor een stukje verwerking of rouwproces, in geval van overlijden."

"Uitzonderingen daargelaten," vult Normen aan. "Soms zijn mensen, nog voordat ze aan de beademing gaan, hier eerst nog met een andere methode beademd. Dan is er nog sprake van een gesprek. Vlak voordat iemand geïntubeerd gaat worden zie je echt de angst in hun ogen, niet wetende wat hun te wachten staat. Dat vind ik persoonlijk erg lastig. Voor hetzelfde geld kan het ieder moment zijn dat ze in slaap worden gebracht en dan moeten ze soms nog snel afscheid nemen van familie. En je weet niet voor hoe lang, of voor altijd misschien. Dat lijkt me voor de patiënt heel moeilijk, maar dat ervaar ik als hulpverlener ook wel." Dan Jelle Henk weer: "Dit werk is een andere vorm van patiëntenzorg. We zijn bij de cardiologie best wel gewend om mensen te verliezen. In die zin is het niet heel veel anders voor mij. Het is een heel dramatisch ziektebeeld, het verloop kan soms heel dramatisch zijn, maar daar ben je ook dokter voor. 'It's all in the game' zeg maar."

Naast de
talrijke
verdrietige
momenten
worden ook
successen
geboekt


Beiden voelen zich gesterkt in hun moeilijke taak doordat ze vertrouwen voelen van de patiënt. "Die mensen weten dat als ze geïntubeerd gaan worden, die zijn ook niet gek, dan weten ze dat het een 'fiftyfifty' situatie gaat worden." Naast de talrijke verdrietige momenten worden ook successen geboekt. "Er zijn mensen van de IC af gegaan die het heel goed doen. Dat geeft absoluut voldoening, voor het hele team," kijkt Normen zichtbaar blij.


Lees verder op pagina 27