Het bankje aan de Goordiek. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het bankje aan de Goordiek. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Aan de Goordiek

Al eerder zat ik op een bankje langs de Goordiek. Het is een lange zandweg, die vanaf de Boven-Slinge bij Bredevoort naar de Corleseweg loopt, zodat ik er na één bankje niet ben uitgekeken. Dit keer zit ik op het bankje dat uitkijkt op de Schaarsbeek en het vogelkijkpunt. Met daarnaast een schuilhut met enige informatie over het Grote Goor, zoals het gebied tussen Bredevoort en de Corleseweg heet.
Dat vogelkiijkpunt, een verhoging vanwaar je een beter uitzicht hebt over het gebied, is een initiatief geweest van de Vogelwerkgroep Zuidoost-Achterhoek. De werkgroep noemde dit gebied trouwens het Kleine Goor, want het Aaltense Goor was voor de vogelvrienden het Grote Goor. Dat er hier een uitkijkpunt is gekomen, kwam door de herinrichting van het Goor. De Schaarsbeek die er als vrijwel rechte goot door heen stroomde kreeg bochten en daartussen kon nat grasland met hier en daar ruigten ontstaan. Daardoor werd het aantrekkelijker voor veel vogels, zeker ook in de vogeltrektijd als rustplek onderweg waar je ook nog voedsel kon vinden.
Vogels zijn er nu ook. Vanaf het bankje kan ik ze al zien, als ik later bij het uitzichtspunt ga staan zie ik ze nog beter. Dichtbij zwemmen op de Schaarsbeek meerkoeten. Die zijn overal waar meer water aanwezig is. Verderop op de beek zie ik kuifeenden, die tegenwoordig het hele jaar door rondom Winterswijk aanwezig zijn. Net als de grauwe ganzen die verderop in het weiland rond scharrelen. Zo'n 25 jaar geleden was de grauwe gans geen broedvogel in Nederland meer, maar alleen een wintergast. Inmiddels broedt die overal in ons land, ook in Winterswijk.
Vanaf het bankje zie je goed dat de Schaarsbeek door een dal stroomt. Zo duidelijk zie je dat zelden in Winterswijk. Dat komt vooral omdat aan de overkant van de beek alles duidelijk hoger ligt, niet alleen richting Vragender, waar in de derde ijstijd een omvangrijke keileembult is neergelegd, maar ook richting Klooster, het grote bos in de verte. Daar zie ik sleedoorns bloeien, de struik die na de hazelaar als eerste bloeit. Dichterbij zie ik bloeiende wilgen langs een slootje staan. Dat slootje was er in 1993 ook al. Toen stond ik hier samen met de toenmalige burgemeester Paul van Erkelens en diverse boeren en natuurbeschermers. We waren een dag lang op pad om elkaar te laten zien wat er anders zou kunnen in het buitengebied. Ik vertelde hier dat het vreemd was dat op een van de slechtste plekken voor de landbouw maïs werd verbouwd. Voor natuur was dit Goorgebied veel geschikter. De slechtste grond voor de boer, is de beste voor de natuur werd daarna vaak een uitgangspunt voor veranderingen. Ik kon toen nog niet vermoeden dat al vijf jaar later een groot deel van het Grote Goor een natuurgebied zou worden met een Schaarsbeek die bochten kreeg met daarlangs natte graslanden.
Het eenvoudige houten bankje waarop ik de vorige keer zat is niet meer, zag ik later terwijl ik verder fietste richting Bredevoort. Het zitvlak is losgekomen van een van de twee staanders en ligt er nu schuin naast. Ongelukje bij het kappen van de populieren hier enige tijd geleden?
Voor dit bankjesverhaal ben ik alleen op pad geweest. Onderweg kwam ik weinig andere mensen tegen. We bleven op ruime afstand van elkaar.

Vogelkijkpunt en Grote Goor. Foto: Bernhard Harfsterkamp