Afscheid van twee houtblokken

Mijn open haard is acht jaar niet meer aan geweest. Ik kon hem zelfs niet meer zien, want ik had de gewoonte er van alles voor te zetten. Doosjes en koffertjes met cd's en twee tassen met boeken en documenten over de natuur van Winterswijk, die ik eens per jaar gebruik voor een cursus. Een grote historische atlas en mappen met kookverhalen. Die maakten de haard onzichtbaar. Gisteren raakte ik verwikkeld in een zelden voorkomende bui van opruimwoede. Er staat nu niets meer voor de open haard.

Daardoor zie ik nu pas dat er nog twee grote blokken eikenhout op de stookplek liggen. Ik was dat vergeten. Ze staren me nu aan. "Ga je toch nog een keer wat met ons doen?" Even heb ik de neiging om voor de allerlaatste keer de haard aan te steken. Nog een keer zelf ervaren dat je kleren dan gaan stinken. Nog een keer de omgeving laten weten dat in huize Harfsterkamp de gezelligheid van hout verbranden nog altijd voorop staat.
Ik verwerp de gedachte meteen. Ik wil Winterswijk niet in gevaar brengen en voor een extra uitruk van de brandweer zorgen. De schoorsteen is al acht jaar niet meer geveegd en is helemaal overwoekerd geraakt door de klimop die mijn huis verfraait en isoleert. Het zou me niet verbazen als die klimop al de schoorsteen in groeit en binnenkort in de open haard te voorschijn komt. Van daaruit kan die dan mijn interieur verfraaien.
Die houtblokken roepen herinneringen op aan de tijd dat de open haard vaak aan was en ik vele uren besteedde aan het verkrijgen van het open haard hout. Ik heb me vele zaterdagen bezig gehouden met het onderhoud van houtwallen en bossen in Winterswijk. De motorzaag nam ik nooit in handen, want ik ben nooit handig geweest met dit soort apparaten en wilde mezelf niet verwonden. Wat ik wel kon was sjouwen en later bij huis het hout kloven. Aan elk verbrand stuk hout heb ik me daarom vele malen verwarmd.
De inspanningen mis ik niet. Ondanks de enorm gestegen energielasten ga ik de open haard geen nieuw leven in blazen, ook niet vanwege nostalgische overwegingen. Geen stank meer voor mij en de omgeving. Maar wat moet ik met die twee flinke houtblokken? Zal ik ze naar het bos brengen, waar ze door allerlei organismen langzaam afgebroken kunnen worden? Misschien kan ik ze aan Vlok van Harten van Winterswijks Belang geven. Zij wil graag dat bomen die in Winterswijk worden omgezaagd worden gebruikt voor woningen en meubelen, zoals bankjes. Deze houtblokken kunnen dan onderdeel worden van een nieuw bankje in buitengebied, van waaraf ik mijn allerlaatste bankjesverhaal vertel.
Of zal ik ze in de open haard laten liggen als aandenken aan een periode uit mijn leven, waarin houtstook normaal werd gevonden. Net als bier drinken, roken, rotjes afsteken en om de dag patat met een kroket eten. Tijden veranderen. Wat blijft zijn de boeken. Ik maak de open haard schoon en zet er mijn mooiste boeken in.