Een van de bankjes op het landgoed Kotmans. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Een van de bankjes op het landgoed Kotmans. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Bij een heideveld in Miste

WINTERSWIJK – Ruim een maand geleden was ik al eens op het landgoed Kotmans in Miste. Ik kondigde toen aan, dat ik er nog een keer terug zou komen om op een ander bankje te zitten. Ik had nog meer te vertellen over het niet eens zo heel oude landgoed. Dit keer zit ik op een houten bankje zonder rugleuning aan de rand van de poel midden in het heideveld. Met voor me een van de mooiste struikjes van heide en veen, de gagel.

Heide op deze plek, is dat ongewoon? Nee, al bevind ik me wel in het deel van Miste, waar al eeuwenlang boerenland is. Bij het landgoed Kotmans hoort ook een es, dat bolvormige bouwland dat geleidelijk door de potstalbemesting hoger is geworden. Vaak lagen de woeste gronden met heide en struiken aan de randen van de oude ontginningen, maar ook op vele plekken daar tussen door. Daarom is niet altijd meteen te zeggen wat een oude of een jonge ontginning is geweest. Waar nu het landgoed is waren in ieder geval tot in de jaren dertig van de vorige eeuw nog enkele percelen met heide.
Daarom is het niet vreemd dat bij de inrichting van het landgoed een heideveld is gecreëerd. Om de grond er geschikt voor te maken moest de bovenlaag met jarenlang bemeste landbouwgrond wel afgegraven en afgevoerd worden. Zaden uit zaadbanken onder oude heidevelden kunnen na lange tijd weer ontkiemen, als ze weer aan het oppervlak komen. Hier zal dat nauwelijks het geval zijn geweest, omdat het grote heideveld van Kotmans toch vooral is aangelegd op plekken, waar die heide vroeger niet heeft gelegen.
Om het proces van heidevorming te versnellen is hier in het begin heidemaaisel afkomstig uit het Haaksbergerveen over de kale grond verspreid. De orchideeën die her en der op het landgoed zijn verschenen zouden uit dat maaisel kunnen komen. Het is echter niet vreemd om te denken, dat ze spontaan zijn verschenen. Het fijne zaad van orchideeën kan vele kilometers ver door de wind verspreid worden. Er zijn genoeg gebieden met veel gevlekte orchis en andere orchideeën in de ruime omgeving, denk aan het Korenburgerveen, waar het vandaan kan komen.
Het bankje staat bij een poel. In een heideterrein wordt die doorgaans als ven aangeduid. Het ven is goed gevuld met water. Wie hier afgelopen zomer is geweest, zal hier helemaal geen water hebben gezien. De laatste maanden is er voldoende regen gevallen om dit ven groter te maken, dan ik in lange tijd heb gezien. Het is niet alleen de regen die er rechtstreeks in is gevallen, die dat heeft veroorzaakt. Ook vanuit een zijtak van het beekje dat over Kotmans stroomt is regenwater in het ven terecht gekomen. Het grondwater is hier in ieder geval goed aangevuld, maar ik vermoed dat het door twee droge zomers veroorzaakte neerslagtekort nog lang niet helemaal is aangevuld.
Er zijn in de loop van het jaar vele mooie planten op het Kotmans te zien. Een van de opmerkelijkste is de gagel. Dit struikje komt nog in grote aantallen voor in het Korenburgerveen en, iets minder, in het Wooldseveen. Daarbuiten is het een zeldzaamheid geworden. Rondom het ven staan echter meerdere exemplaren. Gagel ruikt lekker. Wrijf maar eens een paar knoppen fijn tussen je vingers. Het werd vroeger gebruikt om in zakjes de klerenkast lekker te laten ruiken. Wat je er ook mee kunt doen is gagelbier maken, maar dat is een verhaal voor een andere keer en op een andere plek.

Een gagelstruik. Foto: Bernhard Harfsterkamp