Een van de bankjes op het landgoed Kotmans. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Een van de bankjes op het landgoed Kotmans. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Op het landgoed Kotmans

Zo'n twintig jaar geleden waren op en rondom de plek waar het bankje staat alleen akkers te vinden. In die tijd stond er graan op, maar in de jaren daarvoor lag hier een enorm maïsveld. Het graan is er in de zomer nog wel, maar alleen achter het struweel waar ik voor zit. Daar is de akker gehandhaafd, maar voor me ligt nu een heideveld en in de verte zie ik bos.
In het struweel achter en naast me staan veel rozen, sleedoorns en Gelderse rozen. De struiken zitten vol vruchten, preciezer uitgedrukt bottels, pruimen en bessen. Ze zijn nog niet allemaal opgegeten. Ik heb wel de indruk dat de vogels er druk mee bezig zijn. Het struweel zit vol merels. Ik hoor ze en zie ze heen en weer vliegen. De merel is nog steeds een algemene vogel, maar het is al weer een tijd geleden dat ik er zoveel bij elkaar zag. Als ik naar de hoeveelheid vruchten kijk, die nog aan de struiken zit, lijkt het alsof er nog niet veel is genuttigd. Maar de merels zullen toch een reden hebben hier aanwezig te zijn.
Alleen zo'n struweel maakt duidelijk dat het veranderen van akkers in natuur met verschillende landschapselementen tot veel meer verschillende planten en dieren heeft geleid. De biodiversiteit op deze plek in Miste is enorm toegenomen zouden we tegenwoordig zeggen. De verschillende landschapselementen die op dit landgoed zijn gecreëerd dragen daar aan bij. De eigenaar Henk Berenschot had hier tot 2003 een boerenbedrijf. Hij had 200 fokzeugen en 1500 vleesvarkens. Het voer voor deze varkens kon hij, omdat hij 23 hectare grond had, grotendeels zelf verbouwen. Als boer dacht hij al na over hoe hij meer kon doen voor natuur. Hij ging meer graan verbouwen, dat bij varkensboeren in onbruik was geraakt, dat hij op een ingenieuze wijze omzette in geschikt veevoer.
Het bestaan van varkensboeren is wisselvallig. Goede en slechte jaren volgen elkaar op. Na vele jaren wilde Berenschot daar vanaf. Hij besloot zijn bedrijf om te zetten in een nieuw landgoed. Nieuw provinciaal beleid maakte dat mogelijk. Op zo'n nieuw landgoed mochten drie landhuizen gebouwd worden, waarmee geld voor later kon worden verdiend. Voor de aanleg van de nieuwe natuur waren subsidiemogelijkheden. Het landgoed nu bestaat uit ongeveer negen hectare bos en heide en zeven hectare cultuurgrond met akkers met bloemrijke akkerranden. Het landgoed ligt aan beide kanten van de spoorlijn Aalten – Winterswijk. Aan de noordkant wordt het begrensd door de Stortelersbeek.
Ook door het landgoed loopt een (nieuwe) beek. Bij de aanleg werd samengewerkt met het Waterschap Rijn en IJssel en werd het langer vasthouden van water in het gebied een nevendoel. Over het landgoed Kotmans is zoveel te zeggen, dat één bankjesverhaal daarvoor niet genoeg is, want over de diepe ondergrond van dit gebied moet nog het een en ander verteld worden. Of over het Schrieverspad. Gelukkig zijn er nog andere bankjes op deze plek in Miste, waar niet alleen ik graag kom. Naast het bankje waarop ik nu zit is overigens een speciaal natuurelement voor één dier aangelegd. De hoop veldkeien is bedoeld voor de zandhagedis, die dit soort plekken nodig heeft om in de zon warm te worden. Het was bekend dat deze hagedis langs de spoorlijn voorkwam en daarom moest er wel een plekje voor het koudbloedige diertje gemaakt worden.

Naast me een speciale plek voor de zandhagedis en heide. Foto: Bernhard Harfsterkamp