Gezamenlijke aanpak natuur en landbouw blijft nodig

WINTERSWIJK – Eind september vierde de stichting Waardevol Cultuurlandschap (WCL) Winterswijk het 25-jarig bestaan. Op een symposium werden vele waarderende woorden gesproken over de goede samenwerking tussen landbouw- en natuurorganisaties en de gemeente. Natuur, landschap en landbouw hebben daarvan geprofiteerd. Op het symposium werd het kleinschalige cultuurlandschap dan ook niet als een belemmering voor de landbouw gezien, maar als een kans. Anderhalve week later protesteerden meer dan honderd boeren uit Winterswijk tegen de beperkingen van de aanwezige waardevolle natuur.

Door Bernhard Harfsterkamp

Al eerder tegenstellingen overbrugd
Dit kan tot de vraag leiden of de stemming ook in Winterswijk door de gevolgen van de stikstofproblematiek geheel is omgeslagen. Is er opeens geen draagvlak meer voor natuur en landschap bij de landbouwers? Het is niet de eerste keer dat dit zo lijkt te zijn. De stichting WCL is ontstaan om tegenstellingen tussen landbouw en natuur te overbruggen. Ruim 25 jaar geleden was er al een stikstofprobleem en dat leidde tot een ammoniakreductieplan voor de gemeente Winterswijk. Boerenbedrijven konden uitbreiden, als zij konden aantonen dat elders de ammoniakuitstoot werd gereduceerd en er werd geïnvesteerd in natuur en landschap. Tegelijkertijd werden vanuit WCL technische maatregelen in stallen en bedrijfsvoering gestimuleerd.

Zestien jaar geleden al veel verzet tegen Natura2000
Ook bij de introductie van de Natura2000-gebieden in 2003 was er weerstand bij de Winterswijkse boeren. Zij vreesden dat daardoor de landbouw geen enkele uitbreidingsmogelijkheid meer zou hebben. Zestien jaar later kan geconstateerd worden dat dit niet het geval is geweest. Voor de vier Natura2000 gebieden in Winterswijk, Bekendelle, Korenburgerveen, Willinks Weust en Wooldseveen zijn beheerplannen opgesteld, die deels al zijn uitgevoerd of nog worden uitgevoerd. Boerenbedrijven zijn in die tijd doorgegaan met het investeren in milieumaatregelen, die ook noodzakelijk waren als ze wilden uitbreiden. Maar over de gehele linie, constateerde Alfred Scholten die het boerenprotest bij het Wooldseveen organiseerde terecht, is het aantal boeren, dieren en de uitstoot van ammoniak in Winterswijk gedaald.

Niet tegenover elkaar, maar samen
Tegelijkertijd komen er vanuit de lucht nog steeds te veel stikstofverbindingen op kwetsbare natuurgronden terecht. De zogenaamde achtergronddepositie is te hoog, maar daaraan dragen ook boeren, verkeer, huishoudens en industrie van buiten Winterswijk aan bij. Het is dan ook wrang dat de boodschap uit Den Haag is dat van de agrarische ondernemers gevraagd wordt om nog meer te doen. Het is dan begrijpelijk dat ze even klaar zijn met de Natura2000-gebieden en al die andere natuur in Winterswijk en zelfs spraken over het einde van de jarenlange succesvolle samenwerking in de stichting WCL. De Winterswijkse boeren weten echter heel goed dat dit niet de oplossing is. Niet voor niks pleitte Scholten voor een volgend proefproject voor het WCL-gebied. "Geef ons de ruimte om op onze eigen manier alle doelen van rijk en provincie te realiseren." Het is niet de eerste keer dat dit wordt voorgesteld. Er ligt nog een uitgebreid en onderbouwd plan van vijftien jaar geleden in de kast, waarin dit allemaal al is uitgewerkt. Het moest leiden tot een gebiedscontract van WCL Winterswijk met de provincie en het rijk. Dat contract is nooit ondertekend. Dat is jammer, want waarschijnlijk had het er dan voor landbouw, milieu, natuur en landschap in Winterswijk gunstiger uitgezien. Daarvoor is het echter niet te laat. De samenwerking in de stichting WCL Winterswijk moet niet gestopt worden, maar juist geïntensiveerd. Het is de hoogste tijd voor een nieuw groot experiment, voor een proefproject van vijf tot tien jaar, waarbij alle betrokkenen in Winterswijk kunnen laten zien dat de stikstofproblematiek hier op een voor iedereen acceptabele en eigen wijze kan worden opgelost.