Met ondersteuning

Dromen zijn mooi. Dromen geven moed om door te gaan en de dagelijkse sleur te doorbreken. Eens komt er dat moment waarop een droom werkelijkheid wordt. Het moet dan wel een realistische zijn. Niet iets in de categorie van "ik word miljonair" of "ik schrijf een bestseller". Nog eens naar Uedelhoven in de Eifel te fietsen leek me nog altijd een haalbare droom.

Uedelhoven is een dorp zo groot als Meddo, dat in het middelgebergte niet ver van het racecircuit de Nürburgring ligt. In 1971 gingen we er met de familie voor het eerst op vakantie om er daarna nog vele malen te komen. Ik ging zelfs nog met mijn ouders mee, nadat ik zestien was geworden. Van kinderen wordt dan gedacht dat ze niet meer met hun pa en ma mee willen naar zo'n saai dorp, waar niets te beleven is. Nou, ik ging zelfs nog mee toen ik al 30 was. De natuur was er bijzonder en daarin was ik vele uren te vinden, intussen al die wilde planten opschrijvend in mijn notitieboekje.

Ook voor mijn andere liefhebberij kon ik goed in de Eifel terecht. Niet ver van onze vakantieplek bevonden zich mooie boekhandels. Elk jaar vulde ik er mijn verzameling Duitse literatuur aan, die ik las als ik niet buiten in het veld was. Voor het laatst ben ik er nog eens geweest in 2005. Twee keer ben ik er vanuit Winterswijk naar toe gefietst. Eén keer ben ik vanuit Uedelhoven naar huis gereden op een gewone fiets. Ik startte om zes uur 's morgens en overbrugde de 240 kilometer in twaalf uur. Het was een mooie dag en daarom bleef ik altijd van plan om het nog één keer te doen.

Er komt echter een moment dat je moet erkennen dat een droom niet meer haalbaar is. Ik heb niet meer de conditie van 1982 en zal die nooit meer krijgen. Bovendien ben ik op een leeftijd gekomen, waarop ik last heb gekregen van kleine en grote kwalen. Lang niet alles lukt meer. Ik kan geen lange wandelingen en fietstochten meer maken. Heen en weer naar Aalten, zeker op een winderige dag, kost veel meer inspanning dan ik zou willen. Voor mijn plezier fiets ik niet meer naar het Zwillbroekse veen of het Wooldseveen. Het is te ver weg geworden en dat geldt dan zeker voor Uedelhoven.

Toch heb ik onlangs een sprankje hoop gekregen. Ik leende een elektrische fiets, omdat ik 's avonds voor de krant deelnam aan een fietstocht in Dinxperlo. Het was een verademing. Lange tijd heb ik neer gekeken op al die oudere en soms jongere mensen, die me met een enorme vaart voorbij fietsten. Eerst begreep ik het niet, want ondanks alles had ik nog altijd een behoorlijk tempo. Totdat ik al die batterijen op en onder de bagagedrager zag …. Dat is toch geen fietsen meer. Ik geef nu toe dat ik dit verkeerd heb gezien. Je moet immers nog steeds zelf fietsen. Je hebt alleen ondersteuning. Daardoor gaat het gemakkelijker, maar na 70 kilometer voelde ik aan mijn benen dat ik wel degelijk zelf een bijdrage had geleverd aan de fietstocht. Houd je de benen stil, dan rijdt de fiets niet meer. Daarom weet ik nu dat het toch nog mogelijk voor mij is nog een laatste keer naar Uedelhoven te fietsen. Met drie reserveaccu's in de bagage moet dat haalbaar zijn. Op de laatste vrijdag van augustus vertrek ik.