Ballonnen

Het voordeel van ouder worden is dat er steeds meer vroeger is. Bij de zich herhalende activiteiten zijn er altijd herinneringen. Het nadeel kan dan zijn dat die niet altijd positief. Zo denk ik bij de kermis altijd aan ballonnen. Tegenwoordig worden deze gekleurde gevallen niet meer zo gewaardeerd, want ze zijn net als eigenlijk alles slecht voor het milieu. Vroeger ging je er speciaal voor naar de kermis.
Dat gold niet voor mij. Ik wilde als peuter en kleuter en jong kind naar de kermis voor de draaimolen en het touwtjestrekken. Mijn begeleiders, niet alleen mijn ouders, maar ook de vele ooms en tantes en oudere neefjes en nichtjes, die het leuk vonden om met mij een rondje over de kermis te lopen. Ze hadden één ding gemeen: ze drukten me allemaal een zuurstok en een ballon in de handen.
Beide vond ik niet leuk. Ik hield niet van zuurstokken, want die maakten me misselijk. Mij hadden ze toen al meer een plezier gedaan met een kroket, die een eindje verderop te krijgen was. Soms zei ik hoopvol "kroket", maar het hielp niet. Als ze me een ballon gaven, deed ik alsof ik het niet zag. Wat moest ik met zo'n ding? Ik begreep er het plezier niet van. Het enige leuke leek me om het meteen los te laten, zodat het de lucht in steeg en ik het even kon nastaren. Dat kon niet. Andere kinderen die een ballon kregen en die los lieten zag ik meteen in huilen uitbarsten. Blijkbaar kreeg je er veel verdriet van en dat wilde ik ook weer niet.
Zodoende liep ik na de kermis met slechte zin terug naar huis. Likkend aan zo'n stomme zuurstok en krampachtig een touwtje van zo'n ballon vasthoudend. Ik was zo bang om het los te laten dat ik er pijn van aan mijn handje kreeg. Eenmaal binnen kon ik hem gelukkig meteen loslaten, waarna die in de kamer opsteeg. Na een paar dagen kwam die vanzelf naar beneden, maar soms was er zo'n gek die op een stoel ging staan om het gekleurde geval te pakken met als doel het me opnieuw in de hand te drukken.
Gelukkig werd ik snel ouder en bereikte ik een leeftijd dat ik met mijn vriendjes alleen naar de kermis mocht. Van al die oudere mensen kreeg ik nog wel een paar kwartjes met het advies om er een zuurstok en een ballon voor te kopen, maar dat deed ik niet. Ik ging inmiddels in het spookhuis en de botsautootjes en at na afloop een kroket. Eindelijk was ik verlost van de ballonnen. Toch zou ik ze jaren later weer tegenkomen. Ik werd actief in een politieke partij en bij verkiezingen stonden we op de Markt of gingen we het dorp in.
Wat deden we vooral? Ballonnen opblazen en ze in de handen drukken van kleine kinderen, die dat niet leuk vonden. Ik wist dat blijkbaar als enige en bleef daarom zo ver mogelijk uit de buurt van het ballonnen opblazen, waarvan ik ook al misselijk werd, en het uitdelen ervan. Ik was meer voor de praatjes met passanten. Gelukkig hoeven de kinderen van de toekomst zich geen zorgen meer te maken. Zij krijgen nooit meer een ballon in handen gedrukt. De gemeente gaat het ontmoedigen en soms zelfs verbieden. Jammer, dat de gemeente dat vijftig jaar te laat doet.