Geen aprilgrap

Na 59 jaren doorgebracht te hebben op deze wereld heb ik gisteren een balans opgemaakt. Ik heb nog eens mijn hele leven laten passeren. Ik deed mijn ogen dicht en projecteerde op mijn netvlies de hoogte- en dieptepunten uit mijn leven. Dat waren er niet zo veel, want ik ben een gemiddeld mens met een gewoon leven zonder al te spectaculaire gebeurtenissen. Toch is er een jaarlijks terugkerend minpunt in mijn leven. Dat is mijn verjaardag op 1 april. Die eerste april is een vreemde dag, want er is een gewoonte dat op deze dag grappen worden gemaakt. Daar ben ik aan gewend, want ik ben de vleesgeworden één aprilgrap. Al in mijn wieg werd mij dat verteld. "Wat een dikkertje", hoorde ik zeggen, "En dat al na vier maanden. Dat is wel een heel goede grap van je vader en moeder."
Waarom was ik een goede grap? Omdat ik te vroeg ben geboren. Vier maanden en twee dagen na de huwelijksnacht. Al die familie en bekenden hadden kunnen zeggen dat dit een wonderbaarlijke gebeurtenis was, want zwangerschappen duren doorgaans langer. Maar dat bijzondere was mij niet gegund. Ik was de grap, omdat mensen zich in 1960 niet normaal konden gedragen als een kind al voor het huwelijk was verwekt. Daar werd schande van gesproken en als het gebeurde was het kind voor eeuwig een goede grap. Zeker als die op één april werd geboren.
Zelf ben ik er nog altijd trots op dat ik bij het huwelijk van mijn ouders aanwezig mocht zijn en al in 1959 voor het eerst kennis maakte met het raadhuis. Ik ben er van overtuigd dat ik daardoor meteen al geïnteresseerd ben geraakt in politiek, waardoor ik actief en passief vele uren heb doorgebracht in dat gebouw. Maar ik vind het nog altijd jammer dat de samenleving van toen het mijn ouders niet gemakkelijk heeft gemaakt. Waarom namen ze het vooral mijn moeder zo kwalijk dat ik na een vakantie in het Geuldal al was beginnen te groeien? Elk jaar op één april moet ik daar aan denken.
Dat ik in al die jaren daarna slachtoffer ben geweest van heel andere aprilgrappen was vervelend, maar ik wende er aan. Nooit ging er een verjaardag voorbij zonder de een of andere flauwe grap. Omdat ik altijd vertrouwen heb in de medemens en goedgelovig ben, trapte ik er in. Aan het einde van die eerste aprildag was ik daarom altijd teleurgesteld, zelfs als de cadeaus overweldigend waren geweest. Dat kan toch niet de bedoeling van een verjaardag zijn? Dat je er somber van wordt. Gelukkig vergeet ik snel, maar na opnieuw zo'n teleurstellende eerste aprildag heb ik besloten dat ik het niet meer wil. Tegenwoordig kan er veel. Mensen kunnen hun voor- en achternaam veranderen. Daarom ga ik een brief naar Mark Rutte sturen met het verzoek mij een andere geboortedatum te geven. Ik wil voortaan mijn verjaardag vieren op één juli, want dat is de dag dat mijn leven in deze wereld begon op een mooi moment tijdens een vakantie in Zuid Limburg. Daaraan wil ik elk jaar graag herinnerd worden.