Bankje bij een glijbaan en een slak. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Bankje bij een glijbaan en een slak. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Vanaf een bankje

Bij een speelterreintje

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK – Soms ben ik in uithoeken van Winterswijk langdurig op zoek naar een bankje en vind ik er geen een. Een andere keer heb ik een bankje in gedachten, dat er niet meer blijkt te zijn. Of er misschien wel nooit is geweest. Mijn geheugen is niet onfeilbaar. Een enkele keer komt het voor dat er meerdere bankjes bij elkaar staan. Nadat ik op een bankje had gezeten en de omgeving ervan in me had opgenomen, stapte ik op de fiets om luttele seconden later alweer af te stappen. Ik zag een nog aardiger bankje in de buurt van een glijbaan en een reuzenslak.

Beide bankjes bevinden zich nabij de oude spoorbaan naar Groenlo, die in de gemeente Winterswijk een prettig berijdbaar geasfalteerd fietspad is geworden tot aan de grens met de gemeente Oost Gelre. Daarna is het nog moeilijk om het spoor van het spoor te volgen. Ik bevind me ook dichtbij het verblijfsrecreatieterrein dat ik al mijn hele leven aanduid als het Rommelgebergte. Andere mensen noemen het 't Tranendal, omdat mensen met gestrande huwelijken en relaties er vaak een tijdelijk verblijf vinden. Voor een deel van het gebied wordt ook wel de naam Kooiveld gebruikt.

In mijn jeugd stonden er al zomerhuisjes, maar ze waren kleiner en minder in aantal. Er was ook nog ruimte voor caravans en tentjes. Tegenwoordig bevindt zich tussen de vele grove dennen een van de buurtschappen van Winterswijk. Het is na Meddo het grootste buurtschap, maar het heeft geen officiële naam. Dat zal komen omdat het nog steeds de bedoeling is dat het verblijf er een tijdelijk karakter heeft. Diverse zomerhuisjes geven de indruk dat ze daarvoor bedoeld zijn, maar andere hebben meer het karakter van een villa in een duurdere buurt van Winterswijk.

Het zomerhuisjesgebied had nog veel groter kunnen zijn. In het puntvormige bosje waarop ik uitkijk en dat tot aan de Meekertweg loopt waren nog veel meer zomerhuisjes gepland. Het plan daarvoor is echter nooit goedgekeurd. Het recreatiedorp lijkt me intussen wel groot genoeg. Het heeft in ieder geval een speelterreintje opgeleverd met enkele plastic speeltoestellen. En met een bankje dat zelf gefabriceerd is. De opstelling ervan is wel merkwaardig. Als je er op zit kun je de spelende kinderen niet zien. Het kan zijn dat het vertrouwen uitspreekt. Laat de kinderen achter je spelen en geniet zelf intussen van de omgeving.
In de verte ligt de zandweg die vanaf de Groenloseweg naar de Kattenbergweg loopt. Daarlangs had ik dat bankje gezocht dat er niet bleek te zijn. Ik had dan waarschijnlijk ook wat gezegd over de heidevelden, die hier honderd jaar geleden nog lagen. Het is aan de schrale grond nog steeds te merken. De nieuwe natuurterreinen die hier in de buurt zo'n twintig jaar geleden zijn aangelegd zijn dan ook gebiedjes geworden met heide en andere planten van voedselarme omstandigheden. Behoorlijk open is het voor me eveneens. Hier geen kleinschalig landschap met veel houtwallen. Nee, niet omdat ze zijn verdwenen, op deze plek zijn ze er nauwelijks geweest. Al zag ik dat er langs de zandweg van de wel aanwezige beplanting wel het een en ander recentelijk was weggezaagd. En zoals vaker: nergens voor nodig, Op de plattegrond van Winterswijk heeft die weg overigens geen naam. De enkele aanwonenden, die vermoedelijk officieel aan de Groenloseweg wonen, hebben er daarom maar zelf een naam aan gegeven: Carbidweg. Nog niet officieel erkend door de gemeente, maar dat zal vast wel goed komen. Zo'n naam doet vermoeden dat er hier graag en veel carbid wordt geschoten in melkbussen op oudejaarsdag. Omdat het een traditioneel Achterhoeks gebruik is, is het passend om dat ook met een straatnaam vast te leggen.

In de verte de Carbidweg. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Geen zomerhuisjes in dit bosje. Foto: Bernhard Harfsterkamp