Het bankje bij het Spoorbosje. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het bankje bij het Spoorbosje. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Vanaf een bankje

Bij het spoorbosje

Door Bernhard Harfsterkamp

WINTERSWIJK - Grasveldje, plantsoen, bloemenweide? Niet altijd is meteen duidelijk wat het is. Het ligt naast een trottoir en het pad loopt er met een bocht doorheen. Achter een vrij brede sloot ligt zelfs een bosje. Ook staat er een bankje, van waaruit je vooral naar bebouwing kijkt. Links van me bevindt zich een bedrijf, dat ik nog altijd Sellink bouwmaterialen noem. Zo heet het allang niet meer.

Deze keer was het de actualiteit die me naar dit bankje bracht. Op de plek van het bouwbedrijf gaat misschien een woon-zorgcomplex verschijnen. Er is nog niets rond, er is nog geen bouwtekening, maar er zijn wel ideeën. Zo zou het plantsoen, zoals ik het toch maar noem, en het bosje achter me een mooi wandelgebied kunnen worden voor oudere mensen. Nu lopen er ook al regelmatig mensen van verschillende leeftijd met honden en wandel- en kinderwagens. Niet alleen door het plantsoentje, maar ook door het bosje achter me, dat omdat het dichtbij het spoor ligt spoorbosje wordt genoemd.

In het voorjaar is het grasveld voor me vooral een bloemenweide. Ook hier heeft de gemeente vele bolgewassen gepoot. Dat zijn niet alleen de voor de hand liggende als krokus en narcis. Heel fraai is in maart de sneeuwroem met blauwe stervormige bloempjes. Later in het jaar bloeien er zelfs enkele kievitsbloemen, een soort die in het wild alleen in vochtige graslanden langs de IJssel voorkomen. Ook de in mei verschijnende pinksterbloemen wijzen erop dat het grasveldje niet al te droog is. Ik spreek soms mensen, die dit er rommelig uit vinden zien. Ze zien liever een strak gazon. Dat wordt het hier pas later in het jaar. Ik leg dan uit, dat de gemeente plantsoenen natuurlijker wil beheren. "Natuur is voor het buitengebied. Hier levert het alleen maar hondenpoep en zwerfvuil op."

Het spoorbosje is spontaan ontstaan. Het gebied achter het gebouw dat vele Winterswijkers nog aanduiden als het oude politiebureau hoorde bij het spoorwegemplacement. Er heeft nog een draaischijf voor locomotieven gelegen. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw is het open gebied dicht gegroeid. Ruigte, struiken, bomen, steeds meer groeide er en uiteindelijk was het 't spoorbosje. Paden waren er eerst niet, maar waar mensen wonen en wandelen ontstaan paden, ook in en om al de begroeiing aan beide kanten van het spoor.

Een van die spontaan ontstane paden dicht bij het spoor is inmiddels een officieel fietspad geworden. De andere paden in het bosje zullen er niet meer verdwijnen, zeker niet als er nog meer mensen een wandeling zullen maken. Voor de natuur zal het een leuke hoek blijven. Er zitten veel soorten broedvogels, waaronder de appelvink en de boomkruiper. Ook zag ik wel eens een buizerd boven het bos zweven, maar voor een horst, zoals het nest van een roofvogel heet, zal het er toch te onrustig zijn. In 2018 werd er een bijzonder vlinder waargenomen, de iepenpage. Zeven jaar geleden werd gedacht dat die in ons land alleen in Roermond voorkwam. Totdat de natuuronderzoeker Jan Stronks iepen in Winterswijk in de gaten hield. De eerste iepenpages zag hij langs de Willinkbeek in Ratum en daarna op steeds meer plekken in het buitengebied. Vorig jaar zag de gemeentelijke ecoloog ze op iepen in het dorp, bijvoorbeeld bij de muziekschool. En bij dat spoorbosje. Het is misschien wel de kroon op de spontaan ontstane natuur daar tussen bouwbedrijf en spoor.

Het plantsoentje langs de Wooldsweg. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het spontaan ontstane bosje. Foto: Bernhard Harfsterkamp