Nout Wellink en Jan Wijbrans (staand). Foto: Marcel te Brake
Nout Wellink en Jan Wijbrans (staand). Foto: Marcel te Brake

Nieuwe financiële crisis niet ondenkbaar

Meetup in Koppelkerk Bredevoort met Nout Wellink

BREDEVOORT - Zorgen over een mogelijke nieuwe financiële crisis stonden op vrijdag 1 februari centraal in de Bredevoortse Koppelkerk. Een illuster gezelschap besprak daar de stand van zaken en de verwachtingen in een meetup onder de titel 'Stilte voor de crash'. Uitgangspunt was een tv-documentaire van VPRO's Tegenlicht. Met als bekendste gast geboren Bredevoorter Nout Wellink, jarenlang president van De Nederlandsche Bank (DNB).

Maar ook de andere gasten logen er niet om. Van de Rabobank Rien Nagel en Henk Hartemink (voorheen), ex-directeur Bart Jan Krouwel van de Triodosbank, daarna ook Rabobank (maatschappelijk verantwoord ondernemen) en Winterswijker Arjan van Unnik van het Noaberkrediet. Een volle zaal kwam naar hun bespiegelingen luisteren. Moderator Jan Wijbrans begon de avond met tal van vragen aan Wellink: "Tien jaar na de kredietcrisis staan de banken er beter voor dan ooit: dankzij wettelijke regels en regelmatige stresstesten voor individuele banken. De bankiers stellen zich bescheidener op. Toch knaagt er ergens iets: wat als de volgende crisis weer een onvoorspeld patroon gaat volgen? Hebben de banken hun rommelhypotheken wel opgeruimd? Zijn de stresstesten wel te vertrouwen? Waarom mijden investeerders bankaandelen? Is het gevaar van die derivaten nou echt geweken?"

Eenzijdig
Wellink had zich geërgerd aan fragmenten van de VPRO-documentaire, die hij als voorbereiding had bekeken. Hij stopte ermee, omdat hem verdrietig maakte dat de schuld daarin eenzijdig bij de banken wordt neergelegd. "Natuurlijk hebben banken fouten gemaakt. Ik was zelf nooit voorstander van aflossingsvrije hypotheken en variabele rente. Maar sommige producten kun je ook als Nederlandse bank niet tegenhouden: Wij zijn allen schuldig." Ook Rien Nagel, oud-lid Raad van Bestuur van de Rabobank wees op de enorme druk op banken om kredieten te verlenen in de 'gouden jaren' voor de crisis, ook vanuit de gedachte dat de huizen in pak 'm beet twintig jaar zouden verdubbelen in waarde. Maar nu is het besef doorgedrongen dat dat niet slim is.
Mensen moeten niet meer bezig zijn met de vorige oorlog, we moeten juist vooruitkijken, vindt Wellink verder. Vooral globalisering, innovatie en deregulering moeten sterk in de gaten worden gehouden. De maatschappij kan die snelle veranderingen niet bijbenen. "De globalisering is ongekend sterk, elders in de wereld gebeuren zaken die voor jou hier in Nederland van belang zijn, maar waar je geen grip op hebt." Innovatie zorgt met name door de ontwikkelingen in kunstmatige intelligentie voor een gigantische stroomversnelling. "En als dat te snel gaat krijg je ongelukken." En tenslotte maakt deregulering, het verminderen van regels, de zaak vervolgens oncontroleerbaar en vogelvrij. Als die drie ontwikkelingen niet goed in de hand gehouden worden acht de voormalige DNB-president een volgende crisis niet ondenkbaar.

Stellingen
Het gezelschap boog zich vervolgens over een drietal stellingen. Wellink vond de eerste: "Als de banken hun financiële buffers vergroten, blijft er minder geld over voor krediet voor de consument en de MKB'ers", onzin. Banken zullen het MKB altijd krediet blijven geven. Arjan van Unnik van het fonds Noaberkrediet bevestigde dat, waardoor het fonds bijna overbodig is geworden, maar als vangnet nog steeds zeer nuttig is. Volgens Nout Wellink moeten dit soort "sympathieke initiatieven" op lokaal niveau altijd in stand blijven.
De tweede stelling: "Politici wereldwijd, en zeker ook in Den Haag, hebben met vergaande deregulering van de banken de vorige Kredietcrisis veroorzaakt. De bankiers hebben de grenzen opgezocht. Aandeelhouders profiteerden", bracht Henk Hartemink tot een pleidooi voor een aantal nieuwe technische oplossingen, met name om de aandeelhouders in toom te houden. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid heeft ook de zin van een niet-aandeelhouders spaarbank onderzocht. Nout Wellink zag daar niet veel heil in en herhaalde dat "wij allen verantwoordelijk zijn". Hij had ook weinig medelijden met studenten die met een grote schuld zouden beginnen. Dat was in de jaren vijftig ook zo. Dan moet je de tering naar de nering zetten.
Op zoek naar alternatieven werd de derde stelling geïntroduceerd: "Zolang het belang van de systeembanken ligt bij genereren van dividend voor de aandeelhouder is maatschappelijk verantwoord bankieren onmogelijk: De consument moet z'n verantwoordelijkheid nemen en eisen dat het systeem verandert." Bart Jan Krouwel, oprichter en eerste directeur van de Triodosbank kende het dilemma tussen consumentenwens en banksysteem vanuit de beginjaren van deze bank die toen meer spaargeld binnenkreeg dan in verantwoorde projecten kon worden uitgezet. Dat was moeilijk uit te leggen aan de consumenten. Maar hij gaf aan dat van onderaf zeker acties kunnen gevoerd worden om het geld- en kredietstelsel te veranderen.